Technische uitvoering:
• Ingebouwde elektronica die het mogelijk maakt om naar keu-
ze met, een conventionele gelijkstroomrijregelaar (max. ±12
Volt), Trix Systems of digitaalsysteem volgens NMRA-norm te
rijden.
• Automatische systeemherkenning tussen digitaal- en ana-
loogbedrijf.
• Rijrichtingsafhankelijke verlichting is in het digitaalsysteem
schakelbaar.
De bij normaal gebruik noodzakelijke onderhoudspunten wor-
den verderop beschreven. Voor reparaties en onderdelen kunt
zich tot Uw Trix handelaar wenden.
Veiligheidsvoorschriften
• Voor het conventionele bedrijf met de loc dient de aanslu-
itrail te worden ontstoort. Hiervoor dient men de ontstoor-
set 611 655 te gebruiken. Voor het digitale bedrijf is deze
ontstoor-set niet geschikt.
• De loc mag alleen met een daarvoor bestemd bedrjfssys-
teem gebruikt worden.
Aanwijzingen voor digitale besturing:
• Vanaf de fabriek is deze loc geprogrammeerd op het digitale
adres "03" (DCC). Ingestelde rijstappen: 28 (DCC)
• Opmerking voor het DCC-bedrijf:
het bedrijf met tegengepoolde gelijkspanning in de afrem-
sectie is met de fabrieksinstelling niet mogelijk. Indien deze
eigenschap wenselijk is, dan moet worden afgezien van het
conventioneel gelijkstroombedrijf (CV29 / bit 2 = 0).
10
• Functie:
F0 Frontverlichting
F1 —
F2 Geluid: bedrijfsgeluiden
F3 Geluid: fluit
F4 Directe aansturing optrek- afrem vertraging (ABV)
F5 Geluid: kolenscheppen
F6 Geluid: luchtpomp
F7 —
F8 —
F9 Geluid: injecteur
F10 Geluid: stoom afblazen
F11 Geluid: schuivenkast
• Functiestoringen die door wijziging van de fabrieksmatige
instellingen van loc-elektronica veroorzaakt worden, zijn
aan de gebruiker zelf te wijten en derhalve geen gerede
grond voor reclamering op basis van de garantie- en
aansprakelijkheidsaanspraken.
Elke aanspraak op garantie en schadevergoeding is uitgesloten, wan-
neer in Trix-producten niet door Trix vrijgegeven vreemde onderdelen
ingebouwd en/of Trix-producten omgebouwd worden en de ingebouwde
vreemde onderdelen resp. de ombouw oorzaak van nadien opgetreden
defecten en/of schade was. De aantoonplicht en de bewijslijst daarom-
trent, dat de inbouw van vreemde onderdelen in Trix-producten of de
ombouw van Trix-producten niet de oorzaak van opgetreden defecten
en/of schade is geweest, berust bij de voor de inbouw en/of ombouw
verantwoordelijke persoon en/of firma danwel bij de klant.