Reinigingsmodus voortijdig afsluiten
1.
Vinger boven op de sensoren houden, zie afb. [21].
Controlelampje signaleert:
█████████████████████ ____
2.
Terwijl
verschijnt, vinger van de sensoren halen.
____
De reinigingsmodus is afgesloten.
Instellingen configureren
Instelmodus
De instelmodus is bedoeld voor de volgende functies:
- Spoelvolume wijzigen
- Programma opvragen en wijzigen
- Detectiebereik controleren
In de instelmodus brandt het controlelampje in de sensoren
wanneer bij het benaderen van de kraan het detectiebereik
wordt bereikt. Bij het verlaten van het detectiebereik wordt er
meteen een spoeling geactiveerd. In de instelmodus vervalt
de min. verblijfsduur.
Instelmodus activeren
Onderbreek de voeding op de elektronica en sluit deze
na 5 sec. weer aan.
• Hierbij de stekkerverbinding tussen servomotor
en elektronica niet onderbreken!
• De instelmodus eindigt automatisch na 3 minuten.
Spoelvolume/programma instellen
Spoelvolume
1.
Instelmodus activeren.
2.
Vinger boven op de sensoren houden, zie afb. [21].
Controlelampje signaleert:
▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌___
3. Terwijl
verschijnt, vinger
____
van de sensoren halen.
De selectiemodus voor het spoelvolume/programma
is gedurende 60 sec. actief.
4.
Vinger boven op de sensoren houden.
De spoelvolumes/programma's worden door groepen van
knippertekens via het controlelampje in de sensoren
aangegeven.
3 liter
█ █ █
█ █ █ █
4 liter
5 liter
█ █ █ █ █
█ █ █ █ █ █
6 liter
9 liter
█ █ █ █ █ █ █
5.
Vinger na de gewenste reeks knippersignalen van
de sensoren halen.
Het gekozen spoelvolume/programma wordt als nieuwe
instelling overgenomen. De betreffende knippertekens
verschijnen weer.
De kraan spoelt met het
geselecteerde spoelvolume.
De instelling kan indien gewenst gedurende de
volgende 20 sec. opnieuw worden versteld (zie 4.)
De instelmodus eindigt automatisch na 3 minuten.
17
Onderhoud
• Sluit de watertoevoer af
• Schakel de voeding uit
• Controleer alle onderdelen, reinig en vervang deze indien nodig
Onderdelen van spoelreservoir onderhouden, zie
Technische productinformatie van het spoelreservoir.
Transformator vervangen, zie uitvouwbaar blad III, afb. [22]
Servomotor vervangen
1. Plaat demonteren, zie uitvouwbaar blad III, afb. [23].
2. Stekkerverbindingen loskoppelen, zie afb. [24].
3. Servomotor demonteren, zie afb. [25].
4. Nieuwe servomotor kalibreren, zie Servomotor kalibreren.
5. Nieuwe servomotor inbouwen, zie Servomotor inbouwen.
6. Afdekplaat monteren, zie Plaat monteren.
Elektronica vervangen
1. Plaat demonteren, zie uitvouwbaar blad III, afb. [23].
2. Stekkerverbindingen loskoppelen, zie afb. [24].
3. Servomotor demonteren, zie afb. [25].
4. Elektronicamodule vervangen, zie afb. [26].
5. Servomotor kalibreren, zie Servomotor kalibreren.
6. Servomotor inbouwen, zie Servomotor inbouwen.
7. Afdekplaat monteren, zie Plaat monteren.
Servomotor kalibreren
Attentie: de servomotor moet buiten het spoelreservoir
worden gekalibreerd!
1. Spanningstoevoer inschakelen, zie uitvouwbaar blad IV,
Programma
afb. [27].
Hierbij mag de servomotor niet aangesloten zijn.
De LED in de elektronica begint te knipperen.
2. Servomotor aansluiten op elektronicamodule, zie afb. [28].
De LED in de elektronica knippert niet meer en het
▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌▌____ ███
synchroniseren start automatisch. De servomotor neemt
Terwijl
verschijnt, vinger
hierbij de synchronisatiestanden aan.
███
van de sensoren halen.
Attentie: voorkom dat de bewegingen door obstakels worden
gestoord!
Om een onjuiste synchronisatie van de servomotor te
voorkomen, mag de hendel niet worden gedemonteerd!
De kalibratie is voltooid wanneer de hendel bij ca. 90° blijft
staan en de LED in de elektronica niet opnieuw knippert,
zie anders hoofdstuk: Storing / Oorzaak / Oplossing.
De aanduiding start met het
momenteel ingestelde
3. Stekkerverbindingen loskoppelen, zie afb. [29].
programma.
1
█
Reserveonderdelen, zie uitvouwbaar blad I (* = speciaal
toebehoren).
2
█ █
3
█ █ █
Reiniging
4
█ █ █ █
De aanwijzingen voor de reiniging van deze kraan vindt
5
█ █ █ █ █
u in het bijgaande onderhoudsvoorschrift.
6
█ █ █ █ █ █
7
█ █ █ █ █ █ █