8
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Voor de montage van accessoires voor de relingdragers (dakbox,
skidrager, etc.) dient u de montagehandleiding van het betreffende
accessoire te raadplegen.
Let op de gewijzigde afmetingen van de auto door de gemonteerde
relingdragers.
Wegens veiligheidsredenen en brandstofbesparing moeten de
relingdragers van de auto worden verwijderd, indien ze niet meer worden
gebruikt.
Rijd nooit met gemonteerde relingdragers in een wasstraat.
Montage
De montage wordt aan de hand van de achterste relingdrager van de
M-Klasse getoond. De montage van de voorste relingdrager op de
M-Klasse en de montage van de relingdragers op de GL-Klasse en op de
GLK moet op dezelfde wijze worden uitgevoerd.
De voorste relingdrager van de X-Klasse wordt direct achter de voorste
voet van de dakreling gemonteerd.
De montage met behulp van een tweede persoon uitvoeren.
1. De afdekkingen (7) aan beide zijden met de sleutel (3) ontgrendelen
en opklappen.
2. De snelspanners (8) langzaam omlaag klappen, tot deze hoorbaar
vergrendelen.
Belangrijk!
Het dak van de auto niet met de snelspanners raken. Anders kan de
lak worden bekrast of beschadigd.
3. De snelspanners (8) tot de aanslag linksom draaien.
3
7
2
10
9
Belangrijk!
Zorg ervoor dat u bij gemonteerde accessoires voor de
relingdragers (dakbox, skidrager etc.) afhankelijk van de uitrusting
van de auto:
het schuifdak volledig omhoog kunt brengen
•
het panoramaschuifdak volledig kunt openen
•
de achterklep volledig kunt openen.
•
Pas de positionering van de relingdrager zo nodig aan.
4. Uitgezonderd X-Klasse: De relingdrager (2) vormvast circa 1 cm voor
of achter de middelste voet van de dakreling aanbrengen.
5. Voor X-Klasse: De relingdrager (2) vormvast direct voor de achterste
voet van de dakreling aanbrengen.
6. De snelspanners (8) rechtsom draaien, tot deze hoorbaar of voelbaar
aangrijpen en horizontaal staan.
7. De snelspanners (8) tot de aanslag omhoogklappen. De
spanklauwen (9) en de steunen (10) moeten tegen de dakreling aan
liggen.
8. De afdekkingen (7) aan beide zijden omlaagklappen en met de
sleutel (3) vergrendelen.
1. Bij de M-Klasse en bij de GLK de relingdrager (2) voor de middelste voet van
de dakreling aanbrengen. Bij de GL-Klasse de relingdrager (2) achter de
middelste voet van de dakreling aanbrengen.
- 20 -
3
7
8
M+P-03F-9384
1