Bedienings- en indicatie-elementen
Instrument
A) Display
B) Libel
C) Referentiepunt
D) Optelling / Waarde verhogen
E) Geheugen
F) UIT / Waarde verwijderen
G) AAN / Meten
H) Oppervlak / Ruimtevolume
I) Afstand / Cont. Min / Max
J) Aftrekking / Waarde verlagen
K) Eenheid
L) Indirecte meting
Display
1) Batterijstatus
2) Doellaser ingeschakeld
3) Referentiepunt voorkant
4) Referentiepunt achterkant
5) Referentiepunt "Hoek"
6) Indirecte meting
7) Oppervlak / Ruimtevolume
8) Geheugenplaats
9) Prefix (+/-)
10) Minimale waarde
11) Maximale waarde
12) Bovenste regel (minimale waarde)
13) Tweede regel (maximale waarde)
14) Secundaire meetwaarde-indicatie
15) Indicatie hoofdmeetwaarde / resultaat
TV 610
Bedienings- en indicatie-elementen
67