1.1
1.1 Hydrolyse:
1.2 Afdekking: Aansluiting van
Programmering van
automatische afdekking.
hydrolysefuncties
Reductie: Verlaging van de
1.2 Niveau: Gewenste niveau
chloorproductie tot een percentage
van desinfectie (%).
gedefinieerd voor een afgedekt
zwembad.
•
Filtratie moet zijn geactiveerd in het menu voordat desinfectie kan worden geactiveerd
4.1
Controle pH optioneel
Meting en controle van de pH van
het water.
De redoX waarde informeert ons over het potentieel van oxidatie of reductie, en wordt gebruikt om het vermogen van sterilisatie van het water vast te stellen. De instelling of
instelpunt is de minimum redoX-waarde voor de activering/deactivering van de titaniumcel. De aanpassing van de ideale redoX (instelpunt) is de laatste stap om het systeem
in werking te zetten. Om de ideale redoX-waarde in uw zwembad te vinden, volgt u de volgende instructies:
1. Sluit de filtratie van uw zwembad aan (het zout dient perfect opgelost te zijn in het water van uw zwembad).
2. Voeg Chloor aan het water toe totdat deze 1-1,5 ppm (ong. 1-1,5 g Chloor per m3 water). De pH dient tussen 7,2 - 7,5 te zijn.
3. Na 30 minuten leest u de Vrij Chloor waarde in uw zwembad af (handmatige meter DPD1). Als deze tussen 0,8 - 1,00 ppm Vrij Chloor is, leest u de gemeten waarde van de
redoX display af en slaat u deze waarde op als instelpunt om de Elektrolyse/Hydrolyse-cel te activeren/deactiveren.
4. Controleer de volgende dag de niveaus van Vrij Chloor (handmatige meter DPD1) en redoX. Verhoog/Verlaag het instelpunt indien dit noodzakelijk is.
5. Denk eraan om het instelpunt van redoX iedere 2-3 maanden, en/of wanneer de parameters van het water (pH/temperatuur/geleidbaarheid) wijzigen, te controleren.
Controle redoX optioneel
Meting en controle van de redoX
als controlewaarde van Vrij Chloor.
3.1 HYDROLYSE
1.2
+
-
+
-
+
-
+
-
1.2 Boost: filtratie gedurende 24 uur
bij maximale intensiteit Automatische
terugkeer naar geprogrammeerde
filtratiemodus.
1.3 Tijdens de boost kan de redoX-regeling
worden uitgeschakeld.
4. METINGEN / Instelpunten
4.2
4.1 METINGEN / Kalibratie pH
4.4
pH
4.2 METINGEN / Kalibratie redoX
4.9
redoX
1.3
2.1 UV: Programmering van het
UV-systeem.
2.2 Status ON (AAN): Het
UV-systeem is altijd in bedrijf
wanneer filtratie actief is.
•
4.3
4.1 Metingen: Aanpassing van de Instelpunten en meetsondes.
4.2 Instelpunt voor elk van de metingen.
4.3 Vaststelling van de instelpunten: Instelling van de ideale niveaus voor
elk van de parameters. De standaardwaarden zijn:
pH: 7.3-7.5; redoX: 600-800; Vrij Chloor: 0.5-2 ppm; Geleidbaarheid:
1500-2500 ppm voor de AQR UV LS.
4.5
4.6
4.7
4.8
4.10
4.11
4.12
4.13
44
3.2 ULTRAVIOLET
2.1
2.2 Status OFF (UIT): Het UV-systeem
wordt nooit automatisch ingeschakeld
Op dit scherm kunt u het gedeeltelijke
aantal bedrijfsuren en het totaal aantal
bedrijfsuren van de lampen controleren.
Zie het gedeelte over de bediening van
de UV-lamp voor meer informatie
4.4 Kalibratie van de sonde van de pH:
Aanbevolen iedere maand tijdens het
gebruiksseizoen.
4.5 Kalibratie met standaarden (vloeistoffen
standaard pH7 / pH10 / neutraal): Volg de
instructies in 7 stappen die op de display
verschijnen (het beeld scherm 4.6 komt
overeen met de 1e stap).
4.7 Handmatige kalibratie: Maakt aanpassing
van de sondes mogelijk tot 1 punt (zonder
standaarden) - alleen aanbevolen om kleine
afwijkingen in de aflezingen aan te passen.
4.8 Zonder de sonde uit het water te halen,
met de toetsen meer/minder de aanpassing
van de aflezing instellen zodat hij overeenkomt
met de referentiewaarde (fotometer of andere
meter).
4.9 Kalibratie van de sonde van de
redoX: Aanbevolen iedere 2 maanden
tijdens het gebruiksseizoen.
4.10 Kalibratie met standaard (vloeistof
standaard 465 mV). Volg de instructies in
4 stappen die op de display verschijnen
(het beeldscherm 4.11 komt overeen met
de 1
stap).
e
4.12 Handmatige kalibratie: Maakt aanpassing
van de sondes mogelijk tot 1 punt (zonder
standaarden) - alleen aanbevolen om kleine
afwijkingen in de aflezingen aan te passen.
4.13 Zonder de sonde uit het water te halen,
met de toetsen meer/minder de aanpassing
van de aflezing instellen zodat hij overeenkomt
met de referentiewaarde (fotometer of andere
meter).
2.2
+
-