6.5 C
ENTRALE AANPASSING VAN DE WERKDIEPTE
Uw verticuteermachine is uitgerust met een hendel voor het instellen van de diepte met een
stand voor transport en 5 werkstanden (fig. 6a).
De hendel kan in de volgende standen worden ingesteld:
•
+5 mm
•
-3 mm
-6 mm
•
1.
Voordat u de gewenste werkdiepte selecteert, moet u de koppelingshendel in de trans-
portstand zetten om te voorkomen dat het maaidek de grond raakt (fig. 6b).
2.
Duw de hendel voor het instellen van de hoogte richting het wiel en beweeg de hendel
naar voren en naar achteren om de diepte van de grondbewerker/beluchtingswals in de
grond en daarmee dus de werkdiepte aan te passen.
Transportstand
Fig. 6a
Fig.5
transportstand
Werkstand
17
•
-9 mm
•
-12 mm
-15 mm
•
Fig. 6b
Koppeling
ontkoppeld
(NL)