Voorbereiding
1. Het schoonmaken van de spoelbakjes:
Aangezien veel huishoudelijke reinigingsmiddelen (bijv. afwasmiddelen)
reducerende stoffen bevatten, kan de latere bepaling van oxidatiemiddelen (bijv.
ozon, chloor) tot verminderde resultaten leiden. Om deze meetfout uit te sluiten,
moeten de glasapparaten chloorvrij zijn. Hiertoe wordt het glaswerk gedurende één
uur onder natriumhypochlorietoplossing (0,1 g/l) bewaard en vervolgens grondig
gespoeld met gedeïoniseerd water.
2. Tijdens de monstervoorbereiding moet worden vermeden dat er ozon wordt
uitgestoten, bijvoorbeeld door pipetteren en schudden. De analyse moet onmiddellijk
na de bemonstering worden uitgevoerd.
3. Sterk alkalisch of zuur water moet vóór de analyse in een pH-gebied tussen 6 en 7
(met 0,5 mol/l zwavelzuur of 1 mol/l-natriumhydroxideoplossing) worden gebracht.
NL Method Reference Book 1.0
Ozon T / M300
NL
77