7. Reiniging en onderhoud
7.1 Belangrijke aanwijzingen voor de reiniging
> Gebruik geen schurende, chloor- of zuurhoudende
reinigingsmiddelen.
> Gebruik alleen reinigingsmiddelen en -apparaten die voor het
toepassingsgebied zijn bedoeld.
> Volg de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het
reinigingsmiddel.
> Meng nooit reinigingsmiddelen.
> Gebruik voor de dagelijkse reiniging een mild sopje.
> Voer de reiniging objectspecifiek en correct uit met de
voorgeschreven dosering en inwerkingstijd.
> Spuit het reinigingsmiddel nooit rechtstreeks op het product.
De sproeinevel kan in het product dringen en dit van binnenuit
beschadigen.
> Begin altijd met het meest milde reinigingsmiddel.
> Berg geen reinigingsmiddelen op onder de producten (bijv.
wastafelonderbouwkast), omdat verdampend reinigingsmiddel
schade aan het product kan veroorzaken.
> Reinig regelmatig en verwijder verontreinigingen meteen. Verse
verontreinigingen kunnen aanzienlijk eenvoudiger van het
oppervlak worden verwijderd dan reeds opgedroogde. Zichtbare
vervuiling ontstaat door te lange of onregelmatige
reinigingsintervallen, zoals kalk- en zeepvlekken,
cosmeticaresten, roest en schimmel. Dit kan tot ergere
verontreinigingen leiden.
> Verwijder chemicaliën onmiddellijk, zoals nagellakremover,
parfum, haarverf en -kleuring, oplosmiddelhoudende
vloeistoffen, aceton.
7.2 Aanbevolen reinigingsmiddelen
• Milde reiniger op basis van citroenzuur
> Gebruik GEEN agressieve reinigingsmiddelen, die bijv. zouten,
fosfor, bleekmiddel (chloor), witmiddel, azijn- of zwavelzuur
bevatten.
NL
63