– Laat de maaibanen overlappen in plaats van
steeds een volledig nieuwe baan te maaien.
Bladeren fijnmaken
•
Na het maaien moet altijd 50% van het gazon
zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of
meerdere rondgangen over de bladeren vereisen.
•
Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm
op het gazon ligt, moet u eerst met een hogere
maaihoogte werken en vervolgens nogmaals
maaien op de gewenste hoogte.
•
Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg
maakt, is het beter om wat langzamer te maaien.
Na gebruik
Het accupack opladen
Belangrijk:
Het accupack is niet volledig
opgeladen bij aankoop. Voordat u het
gereedschap voor het eerst gebruikt, plaatst u
het accupack in de lader en laat u het opladen tot
het leddisplay aangeeft dat het accupack volledig
opgeladen is. Lees alle veiligheidsrichtlijnen.
Belangrijk:
Laad het accupack alleen op
bij temperaturen die binnen het gepaste
temperatuurbereik liggen; zie
11).
Opmerking:
Druk op het even welk moment op
de knop van de indicator van de accuspanning op
het accupack om de huidige lading weer te geven
(ledindicators).
1.
Zorg ervoor dat er geen stof of vuil ligt op de
openingen in de accu en de lader.
Specificaties (bladz.
17
Figuur 17
1. Holte van accupack
2. Luchtopeningen van
accupack
3. Contacten van accupack
4. Knop van indicator van
accuspanning
2.
Lijn de holte in het accupack
de koppeling op de lader.
3.
Zorg ervoor dat er geen stof of vuil ligt op de
openingen in de acculader.
4.
Schuif het accupack in de lader tot het volledig
op zijn plaats zit
5.
Om het accupack te verwijderen, schuift u de
accu naar achteren uit de lader.
6.
De volgende tabel geeft aan wat de toestand van
het ledindicatielampje op de acculader betekent.
Indi-
Betekenis
catie-
lampje
Uit
Geen accupack ingebracht
Accu wordt geladen
Groen,
knippe-
rend
Groen
Accu is geladen
Rood
Het accupack en/of de acculader zijn/is boven of
onder het geschikte temperatuurbereik
Rood,
Laadstoring van accupack*
knippe-
rend
*Raadpleeg
Problemen, oorzaak en remedie (bladz.
22)
voor meer informatie.
5. Ledindicators
(ladingstoestand)
6. Duwboom
7. Ledindicatielampje lader
8. Luchtopeningen lader
(Figuur
17) uit met
(Figuur
17).
g290533