66
961085_00
nederlands
5. Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting moet door een gekwalifi-
ceerd elektriciën uitgevoerd worden. De aansluiting
moet conform de NEN 1010 en de plaatselijke voor-
schriften geschieden.
Bij hoge watertemperaturen (vanaf 80 °C) overeenkomstige hitte-
bestendige aansluitkabel toepassen. De aansluitkabel mag leiding,
pomp- en motorhuis niet aanraken.
Let op de druipwaterdichte kabelinvoer voorzien van trekontlasting
bij kabelingang van klemmenkast.
Als een vaste net-aansluiting een stekker-inrichting of een
al-polige schakelaar met minstens 3 mm contact-opening
te worden uitgevoerd. De pomp moet met een stekerverbinding
aangesloten worden of met een werkschakelaar met minimaal
3 mm contactafstand.
Voorzekering:
Draaddoorsnede:
De elektrische aansluiting moet volgens het typeplaatje
plaatsvinden. Voor eventuele uitwisseling adviseren wij de
elektrische aansluiting van een zogenaamde «lus» te voorzien.
Een beschadigde netvoeding moet vervangen worden.
Let op dat elektrische gegevens op typeplaatje van pomp
overeenkomen met voedingsspanning.
Opmerking:
Bijzondere aandacht voor aarde aansluiting. De aarddraad moet
langer zijn dan nul- en fasedraden (gevaar voor afbreken).
Voeding
1 × 230 V +6%/–10%, 50 Hz, PE
Nominaalstroom Regeling
min.
Vermogen
Regeling
min.
Nominaalstroom Regeling
min.
Vermogen
Regeling
min.
nominaalstroom ×1,5) max. 10 A, traag.
max. 1,5 mm
2
AX 12
0,05 – 0,19 A
0,05 A
5 – 22 W
5 W
AXW 12
0,05 – 0,19 A
0,05 A
5 – 22 W
5 W
AX 13
0,05 – 0,38 A
0,05 A
5 – 45 W
5 W
AXW 13
0,05 – 0,38 A
0,05 A
5 – 45 W
5 W