6.2.3
Batterijbox inbouwen
Batterijbox inbouwen:
1. Aardingskabel op bevestigingsschoef voor potentiaalvereffening (afb. A 17)
aansluiten.
WAARSCHUWING
Explosiegevaar!
Als geen originele batterijboxen van Dräger worden gebruikt, kan dit leiden tot
explosies.
► Uitsluitend batterijbox Dräger LBT 03** (zie "Toebehoren en onderdelen",
pagina 228) gebruiken.
2. Batterijbox (afb. A 2) plaatsen.
3. Gasmeetinstrument sluiten:
a. Behuizingsdeksel (afb. A 1) in de eindstand (Dräger-logo horizontaal)
plaatsen.
b. Behuizingsdeksel ca. 20° tegen de klok in onder lichte druk draaien tot
het behuizingsdeksel op de afdichtring van de behuizing aansluit.
c. Behuizingsdeksel stevig en gelijkmatig op de afdichtring drukken.
d. Behuizingsdeksel ca. 20° met de klok mee tot aan de aanslag in de
eindstand draaien.
e. Vastzetschroef (afb. A 14) vastschroeven, totdat het behuizingsdeksel
niet meer kan worden open gedraaid.
AANWIJZING
► Indien een nieuwe batterijpack is geplaatst, batterijteller resetten.
6.2.4
Batterijteller resetten
Uitvoerbaar binnen 10 minuten na inschakeling van het gasmeetinstrument.
Batterijteller resetten:
● Magneetstift 5 seconden op de markering (afb. A 12) houden.
De blauwe en gele LED's worden tegelijkertijd gedurende 5 seconden
geactiveerd.
✓ Batterijteller gereset.
Gebruiksaanwijzing
|
Dräger Polytron
®
6100 EC WL, Dräger Polytron
In PolySoft is de functie ook beschikbaar. Deze kan op elk moment worden
uitgevoerd.
7
Inbedrijfstelling
1. Voedingsspanning inschakelen of batterijbox inbouwen (zie "Batterijbox
inbouwen", pagina 209).
Startsequentie start.
Groene LED knippert.
LED-test wordt uitgevoerd.
Gele en rode LED knipperen (repeater: alleen gele LED).
Inloopfase 1 start.
De status van de instrumentvariabele is "Bad" en de gele LED knippert,
de blauwe LED knippert (Bluetooth
De startsequentie is beëindigd en het gasmeetinstrument is klaar voor
gebruik.
Waarschuwingssignaal wordt afgegeven.
Groene en gele LED knipperen.
2. Gasmeetinstrument in het netwerk integreren (zie "Netwerkintegratie",
pagina 210).
3. Wachten tot inloopfase 1 en 2 zijn beëindigd.
De duur van de inloopfase is afhankelijk van de gebruikte sensor (zie
sensordatasheet).
Instellingen met PolySoft kunnen reeds worden uitgevoerd.
Aan het einde van inloopfase 1 is de meetwaarde beschikbaar, de status
van de instrumentvariabele is "Good" en de gele LED is uit.
4. Gasmeetinstrument afstellen (zie "Kalibratie", pagina 213), zodra ook
inloopfase 2 is voltooid.
5. Signaalketen door toevoer van meetgas naar de sensor testen.
®
Repeater WirelessHART
|
Inbedrijfstelling
®
is beschikbaar).
®
209
nl