Onderhoud
• Om de nauwkeurigheid van uw werkzaamheden
te behouden, moet u regelmatig controleren of de
laser juist is gekalibreerd. Zie kalibratie controle.
• Kalibratie controles en andere
onderhoudswerkzaamheden moeten worden
uitgevoerd door D
e
• Berg de laser op in de meegeleverde
gereedschapskist als deze niet wordt gebruikt. Berg
NL
uw laser niet op bij temperaturen lager dan
-20 ˚C of boven 60 ˚C.
• Berg uw laser niet op in de gereedschapskoffer
als de laser nat is. De laser moet eerst met een
droge doek worden afgedroogd voordat deze mag
worden opgeborgen.
Reinigen
De kunststof behuizing kan worden gereinigd met een
vochtige doek. Gebruik NOOIT oplosmiddelen, ook al
zijn de onderdelen daar tegen bestand. Gebruik een
zachte, droge doek om vocht van de laser af te vegen
voordat u de laser opbergt.
Oplossen van problemen
De laser gaat niet aan
• Laad de accu volledig op en installeer deze
vervolgens opnieuw in de lasereenheid.
• Als de laser warmer is dan 50 ˚C zal de laser niet
inschakelen. Als de laser onder extreem hoge
temperaturen is opgeslagen, laat de laser dan
eerst afkoelen. De laser zal niet beschadigen als
u de aan/uit-knop indrukt voordat een geschikte
bedrijfstemperatuur is bereikt.
98
WALT servicecentrums.
De laserstralen knipperen
De lasers zijn ontworpen om zichzelf te nivelleren tot
een hellingshoek van 4° in alle richtingen, als de lasers
zo ver worden gekanteld dat het interne mechanisme
zichzelf niet kan nivelleren gaan de laserstralen
knipperen om aan te geven dat de maximale
hellingshoek is overschreden. DE KNIPPERENDE
LASERSTRALEN STAAN NIET WATERPAS
OF IN HET LOOD EN MOGEN NIET WORDEN
GEBRUIKT OM WATERPAS OF EEN LOODLIJN TE
MARKEREN. Probeer de laser te verplaatsen naar een
vlakker oppervlak.
De laserstralen stoppen niet
met bewegen
De laser is een precisie-instrument. Daarom probeert
de laser constant het juiste waterpas niveau te vinden
als deze niet op een stabiel (en stationair) oppervlak
staat. Als de straal niet stopt met bewegen, probeer
de laser dan naar een stabielere plaats te verplaatsen.
Probeer er ook voor te zorgen dat het oppervlak
relatief vlak is, zodat de laser stabiel staat.
De leds van de acculading
indicator knipperen
Als alle 4 de leds van de acculading indicator constant
knipperen, geeft dit aan dat het apparaat niet volledig
is uitgeschakeld door middel van de Aan-uit/Transport
vergrendeling schakelaar (Afbeelding
Aan-uit/Transport vergrendeling moet altijd in de
VERGRENDELD/UIT stand staan als de laser niet
wordt gebruikt.
Accessoires
De laser is voorzien van 1/4 - 20 en 5/8 - 11 vrouwelijk
schroefdraad aan de onderkant van het apparaat
(Afbeelding
). Deze schroefdraad kan worden
M
gebruikt met bestaande en toekomstige D
accessoires. Gebruik alleen D
). De
C 2
WALT
E
WALT accessoires die
E