5. Verwijder met behulp van een moersleutel de eerste moer en bout waarmee de zekering op de positieve
kabel is bevestigd. Herhaal dezelfde stappen voor de tweede moer en bout. Verwijder de open zekering
en vervang deze door een nieuw exemplaar van hetzelfde type en nominale waarde.
6. Draai de moeren en bouten aan om de zekering vast te zetten en plaats vervolgens de deksel van de
zekeringhouder terug.
7. De eenheid is nu klaar voor gebruik.
9. ONDERHOUDSINSTRUCTIES
9.1 Koppel de oplader los van de booster voordat u er onderhouds- of reinigingswerkzaamheden aan gaat uitvoeren.
9.2 Veeg alle accucorrosie en ander vuil of olie met een droge doek van de accuklemmen, kabels en de behuizing
van de booster. Gebruik geen reinigingsvloeistoffen.
9.3 Zorg dat alle onderdelen van de booster op hun plaats en bedrijfsklaar zijn.
9.4 Alle ander onderhoud moet worden uitgevoerd door een bevoegd servicetechnicus.
10. VERPLAATSINGS- EN OPSLAGINSTRUCTIES
10.1 De booster binnen, rechtop staand, op een koele, droge plaats opbergen.
10.2 Zorg ervoor dat de booster altijd volledig is opgeladen voordat u hem opbergt. Als de booster lange tijd niet
wordt gebruikt, moet hij om de 30 dagen worden opgeladen.
BELANGRIJK
11. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
PROBLEEM
Ik kan mijn auto niet met behulp
van de booster starten.
Ik kan mijn 12 V apparaat niet
voeden met de booster.
De accu in de booster kan niet
worden opgeladen.
De booster niet gebruiken en/of opbergen op een plaats of ondergrond waar beschadiging kan
optreden als er onverwacht zuur uit de interne accu lekt.
MOGELIJKE OORZAAK
De klemmen maken geen goed
contact met de accu.
De boosteraccu is niet opgeladen.
De accu van het voertuig is defect.
De zekering is doorgebrand.
Het 12 V apparaat is niet
ingeschakeld.
De boosteraccu is niet opgeladen.
Het 12 V apparaat trekt meer dan
15 A of heeft kortsluiting
De accu is defect (kan niet worden
opgeladen).
Controleren op een slechte verbinding met
de accu en het chassis. Zorgen dat de
verbindingspunten schoon zijn. De klemmen
heen en weer bewegen voor een betere
verbinding.
De laadstatus van de accu controleren door
op de knop op de voorkant van de booster te
drukken. Zie de paragraaf LED-lampjes van
deze handleiding.
De accu laten controleren.
Vervang de zekering.
(Zie hoofdstuk 8.)
Het 12 V apparaat inschakelen.
De laadstatus van de accu controleren door
op de knop op de voorkant van de booster te
drukken. Zie de paragraaf LED-lampjes van
deze handleiding.
Het 12 V gelijkstroomapparaat loskoppelen.
De interne stroomonderbreker wordt na
ongeveer twee minuten automatisch gereset.
Het 12 V apparaat nog eens proberen.
Als het weer gebeurt, moet het 12 V
apparaat worden vervangen.
De accu laten controleren.
• 49 •
REDEN/OPLOSSING