11
ONDERHOUD
Ieder onderhoud moet door bekwaam personeel worden verricht in overeenstemming met de norm IEC 26-29 (IEC
60974-4).
In het geval van onderhoud in het apparaat, controleer of de schakelaar op "O" (UIT) is geplaatst en of de voedingskabel
niet langer is aangesloten op het elektriciteitsnet.
Correct onderhoud van de installatie waarborgt optimale prestaties en verlengt de levensduur van alle componenten,
ook de verbruiksmaterialen. Daarom wordt aanbevolen om de handelingen beschreven in de volgende tabel te
verrichten.
Lees de paragraaf "Onderhoud" in de Algemene waarschuwingen art.3301151 aandachtig door.
Door een verkeerde uitvoering van de werkzaamheden kunnen persoonlijk letsel en materiële schade worden
veroorzaakt.
Een elektrische schok kan dodelijke zijn.
Een onvoldoende aansluiting op de aardingsgeleider kan ernstig persoonlijk letsel en materiële schade veroorzaken.
Onthoud dat de schroeven van de externe behuizing van de machine zorgen voor de aarding van de onderdelen van
de machine, waar de operator aan blootgesteld wordt. Gebruik daarom geen andere soort schroeven.
Voor alle onderhoudswerkzaamheden moet de generator van het elektriciteitsnet worden afgescheiden, ongeacht de
bekwaamheid van de operator.
Open het apparaat en controleer met een geschikt meetinstrument of de elektrisch geladen componenten ontladen
zijn.
CEBORA acht zich niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel of materiële schade als niet-originele onderdelen worden
gebruikt.
Regelmaat
Dagelijks
Wekelijks
Maandelijks
Neem contact op met de assistentie van CEBORA als na een controle een component buitengewoon versleten blijkt
te zijn of het niet naar behoren werkt.
De interne onderdelen van de diverse componenten van de installatie door bekwaam personeel laten onderhouden.
Het wordt aanbevolen om de onderstaande handelingen regelmatig te verrichten.
Voor alle componenten:
♦
De binnenkant reinigen met perslucht (schoon, droog en zonder olie) om afgezet stof te verwijderen. Indien
mogelijk een stofzuiger gebruiken.
♦
Controleren of de elektrische aansluitingen goed zijn vastgedraaid en geen schade door oververhitting verto-
nen. Bovendien regelmatig de aarding van de installatie verifiëren. Controleren of elke kabel goed wordt vast-
geklemd tussen de desbetreffende schroef en moer.
Controleer na een reparatie of de bekabeling op dergelijke wijze is aangebracht dat tussen de primaire en de secundaire
zijden isolatie is aangebracht. Vermijd dat de draden in aanraking kunnen komen met bewegende onderdelen of
onderdelen die tijdens de functionering warm worden. Breng de kabelbinders op de oorspronkelijke wijze aan om te
vermijden dat het primaire en het secundaire circuit met elkaar in aanraking kunnen komen als een draad breekt of
losraakt.
Hermonteer de schroeven en de ringen in de originele stand.
204/208
Onderhoudswerkzaamheden
Controleren of de druk van het toegevoerde gas juist is
Controleren of de draadtrekker intact is en de rollen lineair en zonder gepiep of
gekraak draaien.
Controleren of de mondstukken van de lastoorts in goede staat verkeren
Controleren of de ventilatoren van de koelunit van de generator correct werken
Het koelvloeistofniveau controleren
De elektrische, gas- en wateraansluitingen controleren om barsten, schuurplekken
of lekken vast te stellen
GEVAAR