Voer geen wijzigingen of aanpassingen door aan de interne RF-zender of antenne tenzij
Medtronic Diabetes hiertoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. Als u dit wel doet,
kan dit uw gebruik van het apparaat belemmeren.
Richtlijn 1999/5/EG
Medtronic verklaart dat dit product voldoet aan de essentiële eisen zoals beschreven in
Richtlijn 1999/5/EG voor Radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Medtronic MiniMed (zie de adressen
en telefoonnummers achter in deze handleiding).
IEC60601-1-2; Bijzondere voorzorgsmaatregelen ten aanzien van EMC voor
medische elektrische apparatuur
1
Bijzondere voorzorgsmaatregelen ten aanzien van elektromagnetische compatibiliteit
(EMC): Dit op het lichaam gedragen hulpmiddel is bedoeld om te worden gebruikt in
een gangbare woonomgeving, huisomgeving, openbare omgeving of werkomgeving
waar sprake is van gebruikelijke niveaus van uitgestraalde "E"-velden (V/m) of "H"-
velden (A/m), zoals mobiele telefoontoestellen, WiFi, Bluetooth, elektrische
blikopeners, magnetrons en inductieovens. Deze apparatuur produceert en gebruikt
energie in het radiofrequentiegebied en kan deze uitstralen, en kan, indien niet
volgens de meegeleverde instructies geïnstalleerd en gebruikt, schadelijke storing
veroorzaken aan radiocommunicatie.
2
Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur kan ook op communicatie van
medische elektrische apparatuur van invloed zijn. Als u RF-storing ondervindt
afkomstig van een mobiele of stationaire RF-zender, ga dan uit de buurt van de RF-
zender die de storing veroorzaakt.
Hulp
Neem voor hulp contact op met het Servicenummer. Zie de internationale
contactadressen van Medtronic Diabetes voor in deze gebruiksaanwijzing.
Oplader
De zender heeft een oplaadbare batterij die u met de oplader kunt opladen. De batterij
kan niet worden vervangen. De oplader toont aan de hand van een groen lampje de
batterijstatus, en informeert u met een rood lampje over eventuele problemen tijdens het
oplaadproces. Zie Problemen oplossen als het rode lampje brandt. De oplader werkt op
één AAA-alkalinebatterij.
Opmerking: Als de batterij niet goed geplaatst of bijna leeg is, werkt de oplader niet.
Herhaal dan de stappen voor het plaatsen van een nieuwe batterij.
-130-