ONDERHOUD EN ZORG
lgemeen onderhoud en zorg helpen de levensduur en prestaties van je loopband te behouden. Houd het ap-
paraat schoon door de componenten regelmatig af te stoffen. Reinig beide zijden van de loopband, zodat er
zich geen stof onder de band ophoopt. Houd je sportschoenen schoon zodat het loopvlak en de band niet vuil
worden. Reinig het oppervlak van de loopband met een schone, vochtige doek.
Het wordt aanbevolen om het apparaat na 2 uur continu gebruik gedurende 10 minuten uit te schakelen en
volledig uit te schakelen als het apparaat niet wordt gebruikt.
Een losse loopband kan ertoe leiden dat de loper bij het lopen wegglijdt. Als de loopband te strak is, neemt het
motorvermogen af en ontstaat er meer wrijving tussen de rollen en de loopband. De meest geschikte positie is
wanneer de band 50-75 mm uit het loopvlak wordt getrokken.
DE LOOPBAND CENTREREN
Plaats de loopband op een vlakke ondergrond en stel hem in op een maximale snelheid van 3,5 km/u om te
controleren of de roterende loopband (C31) wegglijdt.
Draai de rechter instelschroef ¼ met de klok mee en
draai vervolgens de linker instelschroef ¼ tegen de
klok in als de loopband (C31) naar rechts beweegt. Als
de band niet verschuift, herhaal je deze stap totdat hij
gecentreerd is. Zie afbeelding A.
Draai de linker instelschroef ¼ met de klok mee en
draai vervolgens de rechter instelschroef ¼ tegen de
klok in als de loopband (C31) naar links beweegt. Als
de band niet verschuift, herhaal je deze stap totdat hij
gecentreerd is. Zie afbeelding A.
De loopband (C31) wordt na verloop van tijd losser.
Om de band aan te spannen, draai je de linker en
rechter instelschroeven een volledige draai met de
klok mee. Vervolgens controleer je de spanning. Ga
hiermee door totdat de band de juiste spanning heeft.
Zorg ervoor dat beide zijden gelijkmatig zijn afgesteld
om de juiste uitlijning van de band te garanderen. Zie
afbeelding C.
NL
131