worden weergegeven, worden ze geteld van 0 tot 9999. Als 9999 is bereikt, begint hij weer vanaf 0 te
tellen.
3. DIS./CAL. (afstand/calorieën): Geeft de hoeveelheid verbrande calorieën weer van 0 tot 999 Kcal. Als
de teller op 999 staat, wordt hij gereset en begint hij weer vanaf 0. In de aftelmodus telt hij af van de
gewenste instelling naar 0. Zodra 0 is bereikt, stopt het apparaat langzaam en geeft het „End" weer
en keert vervolgens na 5 seconden automatisch terug naar de standaardinstelling. Geeft de afgelegde
afstand weer (0,0-99,9 km). Wanneer 99,9 is bereikt, wordt hij gereset naar 0,0 en begint hij weer
te tellen vanaf 0,0. In de aftelmodus telt hij vanaf de ingestelde waarde tot 0,0. Zodra 0,0 is bereikt,
stopt het apparaat langzaam en geeft „End" weer en keert vervolgens na 5 seconden automatisch
terug naar de standaardinstelling. Bij het instellen van PROGRAMMA'S wordt de snelheid in intervallen
geprogrammeerd; PROGRAMMA's zijn beschikbaar van P1-P9.
FUNCTIEKNOPPEN:
1. START: Om het apparaat te starten, steek je het magnetische uiteinde van de veiligheidssleutel in de
computerconsole en druk je op de START-knop. (Dit apparaat heeft een veiligheidssleutel nodig voor de
bediening)
2. PAUSE/STOP: Deze knop heeft de functies STOP en PAUSE. Druk tijdens het gebruik op deze knop en
het apparaat stopt. Alle gegevens blijven bewaard. In het venster verschijnt „PAU". Als je in de pauzestand
op de START-knop drukt, blijft het apparaat draaien. Als je op de STOP-knop drukt, stopt het apparaat en
worden alle gegevens teruggezet naar de standaardinstelling.
3. M (modus): Druk op deze knop als je bent gestopt om een modus te selecteren. Eenmaal drukken roept
de standaardmodus „0,0" op. H1 is de aftelmodus voor de tijd vanaf 15:00 minuten. H2 is de aftelmodus
voor de afstand vanaf 1 km en H3 is de aftelmodus voor de calorieën vanaf 50 Kcal. P1-P2...P9 zijn vooraf
ingestelde programma's. Bij het instellen van elke modus en elk programma kun je op de snelheidsknop
+/- drukken om de ingestelde gegevens te verhogen of te verlagen. Druk op START om het apparaat te
starten.
4. SNELHEIDSKNOPPEN +/-: Druk op de knoppen +/- om de snelheid te verhogen of te verlagen in stappen
van 0,1 km/u. Als je een van deze knoppen langer dan ½ seconde ingedrukt houdt, wordt de snelheid
continu verhoogd of verlaagd.
5. P (programma): Druk op de P-knop om het gewenste interval in te stellen. De programma' s worden
weergegeven als P1-P2...P9-HP1-HP2 en de verschillende intervallen worden getoond op het scherm van
de loopband. P1-P...P9-HP1-HP2 zijn vooraf ingestelde programma's.
6. 6 en 9 (QUICK SPEED-knoppen): Deze knoppen zijn ingesteld op snelheden van 6 of 9 km/ut.
USB-AANSLUITING
Je kunt een apparaat aansluiten om op te laden via USB.
140