Stap 5:
schouderondersteuning instellen
Door de hendel (2) omhoog te trekken, wordt de vergren-
deling van de schoudersteunen vrijgegeven en neigt het
schoudergedeelte van de rugleuning onder veerdruk naar
voren. Door er met het bovenlichaam en het hoofd tegenaan
te drukken, brengt u het schoudergedeelte in de gewenste
positie en kunt u de hendel weer loslaten.
Stel de ondersteuning van de schouderpartij zodanig in dat
deze zich optimaal aanpast aan de natuurlijke S-vorm van de
wervelkolom en de schouderpartij weliswaar in contact in met
de rugleuning, maar geen voelbare druk waarneembaar is. Op
die manier ondersteunt u de bovenrug en de nekspieren en
voorkomt u fysieke stress en spanning.
Stap 6:
stoelkussenlengte instellen
Trek de greep (10) tot aan de aanslag omhoog en ontgrendel
daarmee de zitting. Het zittingkussen laat zich door een ge-
wichtsverplaatsing in zes stappen naar voren (en weer terug)
verschuiven.
De lengte van het zittingkussen zou zo ingesteld moeten zijn
dat de bovenbenen tot kort voor de knieholte licht en zonder
druk op de zittingrand rusten. Als vuistregel zou een afstand
van twee tot drie vingerbreedtes tussen de knieholte en de
zittingrand aangehouden moeten worden.
212