nl
NEDERLANDS
- Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan
tot ongevallen leiden.
- Persluchtgereedschap voor kinderen beveiligen.
- Het gereedschap mag niet in de open lucht of in
een vochtige omgeving worden opgeborgen.
- Bescherm het persluchtgereedschap, met name
de persluchtaansluiting en bedieningselementen,
tegen stof en vuil.
De informatie in deze handleiding is als volgt ge-
kenmerkt:
Gevaar! Waarschuwing voor lichamelijk let-
sel of milieuschade.
Let op Waarschuwing voor materiële scha-
de.
4.12 Symbolen op het persluchtgereedschap
Vóór inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing
lezen.
Draag oogbescherming
Draag gehoorbescherming
5. Overzicht
Zie bladzijde 2.
1 Aanslag
2 Klemschroef (voor het instellen van de aanslag)
3 Luchtuitlaat (draaibaar)
4 Persluchtaansluiting met filter
5 Slangaansluiting
6 Zaagblad *
7 Klembouten (om het zaagblad te bevestigen)
8 Schakelaar (In-/Uitschakelen)
9 Inschakelblokkering
10 Inbussleutel
11 2-orenklem
* afhankelijk van de uitrusting/niet in de leve-
ringsomvang
6. Bediening
6.1
Voor het eerste bedrijf
Persluchtaansluiting voorbereiden.
Gevaar! Gebruik geen snelsluitkoppelingen
direct bij de persluchtaansluiting (4). Aansluit-
stukken voor snelsluitkoppelingenen nooit direct bij
de persluchtaansluiting (4) inschroeven - uitsluitend
de slangaansluiting (5) in het apparaat schroeven
en hierop de persluchtslang aansluiten. Tussen de
persluchtaansluiting (4) en een snelsluitkoppeling
moet de lengte van de persluchtslang minstens
20 cm bedragen. Een snelsluitkoppeling die te dicht
bij het apparaat is aangebracht, kan falen en rond-
slaande slangen kunnen ernstig letsel veroorzaken.
- Bijgevoegde slangaansluiting (5) op de perslucht-
aansluiting (4) schroeven: Hierbij de perslucht-
aansluiting met een steeksleutel borgen tegen
24
verdraaien en de slangaansluiting (5) met een
tweede steeksleutel vastschroeven. Zie pagina 2,
afb. A.
- Bijgevoegde 2-orenklem op de aan te sluiten
persluchtslang schuiven.
- Persluchtslang tot aan de aanslag op de slan-
gaansluiting schuiven.
- 2-orenklem over de slangaansluiting schuiven en
de beide oren met een geschikte montagetang
helemaal dichtknijpen (zie pagina 2, afb. B).
6.2
Zaagblad aanbrengen
Gebruik een zaagblad dat is afgestemd op het te
zagen materiaal.
- Maak het persluchtgereedschap los van de lucht-
voorziening.
- Beide klembouten (7) losdraaien.
- Zaagblad (6) inbrengen of vervangen.
- Beide klembouten (7) weer vastdraaien.
- Controleer of het zaagblad goed vastzit.
6.3
Aanslag instellen
- Maak het persluchtgereedschap los van de lucht-
voorziening.
- Klembout (2) losdraaien.
- Aanslag (1) instellen door deze naar de gewenste
zaagdiepte te verschuiven.
- Klembout (2) weer vastdraaien.
6.4
Persluchtgereedschap gebruiken
Gebruik altijd persluchtslangen met een binnendia-
meter van minstens 10 mm en een maximale lengte
van 10 m om het volledige vermogen van uw pers-
luchtgereedschap te benutten. Een te geringe
binnendiameter of een te lange persluchtslang kan
het vermogen aanmerkelijk verminderen.
Let op De persluchtleiding mag geen con-
denswater bevatten.
Let op Dit gereedschap dient van voldoende
pneumatische olie voorzien te worden om
lang gebruiksklaar te blijven. Dit kan als volgt ge-
beuren:
– Geoliede perslucht gebruiken door aanbouw van
een olievernevelaar.
– Zonder olievernevelaar: Dagelijks met de hand
via de persluchtaansluiting oliën. Ca. 3-5 drup-
pels pneumatische olie bij 15 minuten continuge-
bruik.
Is het gereedschap meerdere dagen buiten ge-
bruik geweest, de persluchtaansluiting handmatig
vullen met ca. 5 druppels pneumatische olie.
Let op Het gereedschap slechts kort onbelast
laten lopen.
1. Geschikt zaagblad (6) aanbrengen (zie hoofd-
stuk 6.2).
2. Aanslag (1) instellen (zie hoofdstuk 6.3).
3. Werkdruk instellen (gemeten bij de luchtinlaat
bij ingeschakeld persluchtgereedschap). Maxi-
maal toelaatbare werkdruk zie hoofdstuk „Tech-
nische gegevens".
4. Persluchtgereedschap op de persluchtvoorzie-
ning aansluiten.