9.
Service en onderhoud
A
Gevaar!
Voor alle onderhouds- en reinigings-
werkzaamheden moet u het netsnoer
uittrekken.
– Verdergaande onderhouds- of repa-
ratiewerkzaamheden dan die welke
in dit hoofdstuk staan beschreven,
mogen uitsluitend door geschoold
personeel worden uitgevoerd.
– Beschadigde delen, in het bijzon-
der veiligheidsinrichtingen, alleen
vervangen door originele onderde-
len. Delen die niet door de fabrikant
gecontroleerd en vrijgegeven zijn,
kunnen onverwachte beschadigin-
gen veroorzaken.
– Na de uitvoering van onderhouds-
en reinigingszaamheden moet eerst
de goede werking van alle veilig-
heidsinrichtingen worden gecontro-
leerd.
9.1
Zaagblad vervangen
A
Gevaar van verbrandingen!
Kort na het zagen kan het zaagblad
zeer heet zijn. Laat een heet zaagblad
eerst voldoende afkoelen. Reinig een
heet zaagblad nooit met brandbare pro-
ducten.
A
Snijgevaar ook aan het staan-
de zaagblad!
Bij het los- en vastdraaien van de klem-
schroef moet de zwenkbare bescherm-
kap over het zaagblad zijn gezwenkt.
Bij het vervangen van een zaagblad
moet u veiligheidshandschoenen dra-
gen.
1. Fixeer de zaagkop op de bovenste
positie.
2. Om het zaagblad te vergrendelen,
de vergrendelknop (83) drukken en
hierbij het zaagblad met de andere
hand draaien tot de vergrendelknop
vastklikt.
83
3. Maak de spanschroef (85) op de
zaagblad as los met de inbussleutel
(linkse schroefdraad!).
85
4. Maak de veiligheidsvergrendeling
(84) los en schuif de beschermkap
(87) omhoog en houd deze vast.
5. Neem de buitenflens (86) en het
zaagblad voorzichtig van de zaag-
bladas en sluit de beschermkap
weer.
A
Gevaar!
Gebruik geen schoonmaakmiddelen
(bijvoorbeeld om harsresten te verwij-
deren) die de lichtmetalen delen van
het chassis zouden kunnen beschadi-
gen. De stabiliteit van de afkortzaag
zou erdoor kunnen worden aangetast.
6. Reinig de klemvlakken:
– Zaagbladas (88),
– zaagblad,
– buitenste flens (86),
– Binnenflens (90).
88
84
86
A
Gevaar!
Breng de binnenste flens correct aan!
Anders kan de zaag blokkeren of het
zaagblad kan loskomen! De binnen-
flens ligt correct, als de ringgroef naar
het zaagblaad en de platte zijde naar
de motor wijst.
7. Breng de binnenste flens (90) aan.
87
8. Maak de veiligheidsvergrendeling
los en schuif de beschermkap om-
hoog en houd deze vast.
9. Breng een nieuw zaagblad aan – let
op de juiste draairichting: van de lin-
ker (geopende) zijde gezien moet
de pijl op het zaagblad overeen-
stemmen met de pijlrichting (89) op
de zaagbladafdekking!
A
Gevaar!
Maak slechts gebruik van geschikte
zaagbladen, die voor het maximaal toe-
rental zijn geconstrueerd (zie "Techni-
sche gegevens") – bij ongeschikte of
beschadigde zaagbladen kunnen door
de centrifugaalkracht delen explosie-
achtig worden weggeslingerd.
Het is verboden om:
– zaagbladen uit HSS-staal te monte-
ren,
– beschadigde zaagbladen;
– slijpschijven te monteren.
A
Gevaar!
– Het zaagblad moet gemonteerd
worden met originele fabrieksklem-
flensen.
NEDERLANDS
89
90
13