NETHERLANDS
Vertaling vanuit originele Engelse richtlijnen
INHOUDSOPGAVE
Veiligheidsregels ........................................................................................48
Specificaties ...............................................................................................49
Assemblage ................................................................................................49
Instellingen.................................................................................................50
Werkstukhouder .......................................................................................50
Gebruik ......................................................................................................50
Beitelboormachine ...................................................................................73
Onderstelassemblage ...............................................................................74
Assemblage klembalk ..............................................................................75
Werkstukhouder .......................................................................................76
Dit handboek is bedoeld voor de eigenaar en de gebruikers van de Model
BMO 210 beitelboormachine. Het doel, naast een juist gebruik van de
machine, is het bevorderen van veiligheid door het gebruik van geaccepte-
erde werk- en onderhoudsprocedures. Lees de veiligheid- en onderhoudsin-
structies volledig door voordat u deze machine gebruikt of onderhoudt. Om
een maximale levensduur en werkzaamheid van uw beitelboormachine te
verkrijgen en u te helpen om deze machine veilig te gebruiken, dient u dit
handboek grondig door te lezen en alle instructies zorgvuldig op te volgen.
VEILIGHEIDSREGELS
Zoals met alle elektrische gereedschappen is er een bepaalde hoeveelheid
gevaar met het gebruik van een beitelboormachine verbonden. Gebruik het
gereedschap met de vereiste eerbied en voorzichtigheid waar het de veilig-
heidsvoorzorgsmaatregelen betreft. Dit zal de mogelijkheid van lichamelijk
letsel aanzienlijk verminderen. Wanneer de normale voorzorgsmaatregelen
op het gebied van veiligheid worden verwaarloosd of volledig genegeerd,
kan dit resulteren in lichamelijk letsel voor de gebruiker.
Ken uw gereedschap. Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig door.
Leer de toepassingsmogelijkheden en de begrenzingen van het gereedschap
kennen en de specifieke potentiële gevaren ervan.
Zorg dat beveiligingen op zijn plaats zijn en werken.
Aard alle elektrische gereedschappen. Als uw elektrisch gereedschap met
een geaarde stekker is uitgerust, dient u deze in een geaard stopcontact te
steken. Als u een adapter voor een niet geaard stopcontact gebruikt, dan
dient u de adapterstekker te aarden. Verwijder nooit de derde pin van de
stekker.
Verwijder verstelbare sleutels en moersleutels. Maak er een gewoonte
van om te controleren of de sleutels en verstelbare moersleutels verwijderd
zijn van het gereedschap alvorens het in te schakelen.
Houd uw werkomgeving schoon en netjes. Rommelige werkomgevingen
en -banken nodigen uit tot ongevallen.
Vermijd gevaarlijke werkomgevingen. Laat de zaag niet in de regen staan
en gebruik deze nooit in vochtige of natte omstandigheden. Houd uw wer-
komgeving goed verlicht.
Laat geen kinderen of bezoekers toe. Alle kinderen en bezoekers dienen
zich op een veilige afstand van de werkomgeving te bevinden.
Maak de werkplaats kindveilig - door gebruik te maken van hangsloten,
hoofdschakelaars, of door de startsleutels te verwijderen.
Dwing het gereedschap niet. Het zal zijn werk beter en veiliger uitvoeren
op de snelheid waarvoor het werd ontworpen.
Gebruik het juiste gereedschap. Dwing een gereedschap of een accessoi-
re niet om een klus uit te voeren waar het niet voor werd ontworpen.
Draag de juiste kleding. Draag geen losse kleding, handschoenen, strop-
dassen of sieraden, deze kunnen bekneld raken tussen bewegende delen.
Slipvast schoeisel wordt aangeraden. Draag een haarnetje om lang haar te
beschermen.
Gebruik een veiligheidsbril. Gebruik ook een gezichts- of stofmasker
indien het te snijden voorwerp stof afgeeft.
Span uw werkstuk in. Gebruik, indien dit mogelijk is, klemmen of een
bankschroef om uw werkstuk vast te houden. Het is veiliger dan uw handen
en u hebt beide handen vrij om het gereedschap te hanteren.
Reik niet te ver naar voren. Zorg te allen tijde voor een juiste balans en
positie.
Houd uw gereedschap in topconditie. Houd uw gereedschap schoon en
scherp voor de beste en veiligste prestaties. Volg de instructies betreffende
de smering en het vervangen van accessoires.
Maak elektrisch gereedschap spanningsloos voor onderhoud en voor het
vervangen van toebehoren zoals beitels en bit.
Gebruik aanbevolen accessoires. Raadpleeg het gebruikershandboek voor
aanbevolen accessoires. Het gebruik van ongeschikte accessoires kan geva-
ren veroorzaken.
Vermijd ongewenst inschakelen. Zorg ervoor dat de schakelaar in de
"OFF"-positie is voordat u de stekker in het stopcontact steekt.
Ga nooit op gereedschap staan. Er kunnen ernstige verwondingen optre-
den indien het gereedschap wordt ingeschakeld of als het zaagdeel per ong-
eluk wordt aangeraakt.
Controleer beschadigde onderdelen. Voordat u een gereedschap gebruikt,
dient een defecte beveiliging of een ander beschadigd onderdeel zorgvuldig
te worden gecontroleerd om ervoor te zorgen dat het werkt en zijn voorge-
nomen functie correct kan uitvoeren. Controleer of alle bewegende delen in
één lijn liggen, dat alle bewegende delen verbonden zijn, dat er geen gebro-
ken delen zijn, steunen, en andere voorwaarden die de werking van het
gereedschap kunnen beïnvloeden. Een beveiliging of een ander beschadigd
onderdeel dient onmiddellijk te worden gerepareerd of vervangen.
Laat gereedschap nooit onbeheerd aanstaan. Schakel de stroomtoevoer
uit. Verlaat het gereedschap niet totdat dit volledig stilstaat.
Drugs, alcohol, medicatie. Stel nooit een gereedschap in werking indien u
onder invloed bent van drugs, medicijnen of alcohol.
Gezondheidsrisico's. Stof dat gecreëerd wordt door elektrisch schuren,
zagen, malen, boren en andere bouwactiviteiten bevat in bepaalde gevallen
chemische stoffen die erom bekend staan dat ze kanker, geboorteafwijking-
en of andere genetisch overdraagbare schade veroorzaken. Enkele voorbe-
elden van deze chemicaliën zijn:
- Lood van loodhoudende verf.
- Kristallijn silicaat van bakstenen en cement en andere metselwerkproduc-
ten.
- Arsenicum en chromium van chemisch behandeld timmerhout.
De grootte van het risico dat u loopt door blootstelling aan deze stoffen
varieert, afhankelijk van hoe vaak u dit soort werk doet. Werk, om bloots-
telling aan deze chemische producten te verminderen, in een goed geventi-
leerde ruimte, en werk met goedgekeurd veiligheidsmateriaal, zoals stof-
maskers die specifiek werden ontworpen om microscopische deeltjes uit te
filtreren.
48