3. Een goed ontvangen radiografisch signaal wordt
door 3 knipperlichtjes gesignaleerd.
4. De codering van de geactiveerde radiografische zender
wordt opgeslagen, de radiografische zender is aangemeld.
De aanmeldmodus is afgesloten.
De besturing staat in de reguliere modus.
Door het opnieuw activeren van de radiografische zender
wordt na een aanmelding (in de reguliere modus) een spoeling
geactiveerd.
Extra radiografische zenders worden net zo als de eerste
radiografische zender aangemeld.
Radiografische zender wissen
1. Toets (F) indrukken (signaal d.m.v. 1 knipperlichtje)
en 8 sec. ingedrukt houden.
2. Na 8 sec. achter elkaar indrukken van de toets zijn
alle aangemelde radiografische zenders gewist
(signaal d.m.v. 1 knipperlichtje)
De besturing staat in de reguliere modus.
Spoelvolume instellen
1. Aanmeldmodus via een druk op de knop activeren,
signaal d.m.v. 1 knipperlichtje.
2. Druk in de aanmeldmodus opnieuw op de knop en houd
deze ingedrukt. Signaal: snel knipperen van de LED.
Na 5 sec. wordt dit signaal gedurende 1 sec. onderbroken.
3. Laat de knop binnen 2 sec. los. De instelmodus voor de
spoeltijd is geactiveerd
4. Het spoelvolume wordt door te drukken op de knop
ingesteld
- eerste keer drukken op knop (binnen 2 sec.):
3 knippertekens = spoelvolume 3 liter
- tweede keer drukken op knop (binnen 2 sec.):
4 knippertekens = spoelvolume 4 liter
- derde keer drukken op knop (binnen 2 sec.):
5 knippertekens = spoelvolume 5 liter
- vierde keer drukken op knop (binnen 2 sec.):
6 knippertekens = spoelvolume 6 liter (fabrieksinstelling)
- vijfde keer drukken op knop (binnen 2 sec.):
7 knippertekens = spoelvolume 9 liter
- zesde keer drukken op knop (binnen 2 sec.):
3 knippertekens = spoelvolume 3 liter
Na de groep met 7 knippertekens begint de doorloop weer
vooraan.
5. Als de knop binnen 2 sec. na het signaleren van het
gewenste spoelvolume niet meer wordt ingedrukt, is het
gewenste spoelvolume ingesteld.
6. Er volgt een spoeling met het ingestelde spoelvolume met
opnieuw signaleren.
7. Het spoelvolume kan binnen 20 sec. na het spoelen (indien
nodig) door opnieuw indrukken van de knop worden
gewijzigd. Als de knop binnen 20 sec. na het spoelen niet
meer wordt ingedrukt, wordt het gewenste spoelvolume
overgenomen.
De besturing staat in de reguliere modus.
72-uurspoeling in-/uitschakelen
(voorinstelling: ingeschakeld)
1. Aanmeldmodus door drukken op de knop activeren.
Signaal: 1 knipperteken.
2. Druk in de aanmeldmodus opnieuw op de knop en houd
deze ingedrukt. Signaal: snel knipperen van de LED.
Na 5 sec. wordt het signaal gedurende 1 sec. onderbroken.
3. Knop ingedrukt houden. Na 5 sec. is de LED
gedurende 2 sec. uit, daarna brandt deze ononderbroken.
4. Knop loslaten.
17
5. Schakel de 72-uursspoeling binnen 2 sec. in of uit door
opnieuw op de knop te drukken.
- 4 korte knippertekens na het indrukken van de knop
= 72-uursspoeling is ingeschakeld.
- 2 lange knippertekens na het indrukken van de knop
= 72-uursspoeling is uitgeschakeld.
6. Bij elke druk op de knop wordt er naar de andere stand
omgeschakeld.
7. Als de knop gedurende 10 sec. niet meer wordt ingedrukt,
staat de besturing in de reguliere modus.
Onderhoud
• Sluit de watertoevoer af
• Schakel de voeding uit
• Controleer alle onderdelen, reinig en vervang deze indien nodig
Onderdelen van spoelreservoir onderhouden, zie
Technische productinformatie van het spoelreservoir.
Transformator vervangen, zie uitvouwbaar blad III, afb. [29]
Servomotor vervangen
1. Plaat demonteren, zie uitvouwbaar blad III, afb. [27].
2. Stekkerverbindingen loskoppelen, zie afb. [30].
3. Servomotor demonteren, zie afb. [31a] of [31b].
4. Nieuwe servomotor kalibreren, zie Servomotor kalibreren.
5. Nieuwe servomotor inbouwen, zie Servomotor inbouwen.
6. Afdekplaat monteren, zie Plaat monteren.
Elektronica vervangen
1. Plaat demonteren, zie uitvouwbaar blad III, afb. [27].
2. Stekkerverbindingen loskoppelen, zie afb. [30].
3. Servomotor demonteren, zie afb. [31a] of [31b].
4. Elektronicamodule vervangen, zie afb. [32].
5. Servomotor kalibreren, zie Servomotor kalibreren.
6. Servomotor inbouwen, zie Servomotor inbouwen.
7. Radiografische zender aanmelden, zie Radiografische
zender aanmelden.
8. Afdekplaat monteren, zie Plaat monteren.
Servomotor kalibreren
Attentie: de servomotor moet buiten het spoelreservoir
worden gekalibreerd!
1. Spanningstoevoer inschakelen, zie uitvouwbaar blad IV,
afb. [33].
Hierbij mag de servomotor niet aangesloten zijn.
De LED in de elektronica begint te knipperen.
2. Servomotor aansluiten op elektronicamodule, zie afb. [34].
De LED in de elektronica knippert niet meer en het
synchroniseren start automatisch. De servomotor neemt
hierbij de synchronisatiestanden aan.
Attentie: voorkom dat de bewegingen door obstakels worden
gestoord!
Om een onjuiste synchronisatie van de servomotor te
voorkomen, mag de hendel niet worden gedemonteerd!
De kalibratie is voltooid wanneer de hendel bij ca. 90° blijft
staan en de LED in de elektronica niet opnieuw knippert,
zie anders hoofdstuk: Storing / Oorzaak / Oplossing.
3. Stekkerverbindingen loskoppelen, zie afb. [35].
Reserveonderdelen, zie uitvouwbaar blad I (* = speciaal
toebehoren).
Reiniging
De aanwijzingen voor de reiniging van deze kraan vindt
u in het bijgaande onderhoudsvoorschrift.