veer voorziene voet wordt ontgrendeld en naar
dieptestand nul gaat. Houd de diepteregelingsknop
tijdens deze snijwerkzaamheden in ontgrendelde stand.
3. Laat de voet van het gereedschap op het werkstuk
rusten en stel de schijf op één lijn met de snijlijn.
4. Houd het gereedschap stevig vast, druk de
paddleschakelaar in en laat de schijf op volle snelheid
komen.
5. Laat het gereedschap en schijf langzaam in het
werkstuk zakken.
6. Beweeg het gereedschap naar voren en maak de
insnijding.
7. Laat de paddleschakelaar los en laat het gereedschap
volledig tot stilstand komen.
8. Verwijder het gereedschap uit het werkstuk.
VLAK ZAGEN
A f
Bekijk ten eerste de gewenste hoogte van de vlakke
zaagsnede. Voor vloermateriaal houdt u rekening met
de dikte van het vloerhechtmiddel, de vloer zelf en een
eventuele ondervloer of ander materiaal die van invloed
zijn op de dikte van de afgewerkte vloer.
1. Installeer de vlakke zaagschijf op het gereedschap.
2. Stel de diepte van de schijf in op de gewenste stand.
3. Leg het gereedschap op zijn kant zodat de voet van de
vlakke zaagschijf tegen de vloer rust.
4. Houd het gereedschap stevig vast. Schakel het
gereedschap in en laat het op volle snelheid komen
voordat u het op het werkstuk zet.
5. Maak de insnijding af en verwijder het gereedschap uit
het werkstuk voordat u het gereedschap uitschakelt.
GROOT HOUT- OF PLAATMATERIAAL SNIJDEN
Zorg dat groot plaatmateriaal en lange planken vlakbij de
insnijding worden ondersteund.
Zorg ervoor dat de diepteregeling dusdanig is ingesteld dat
u alleen door de plaat of plank snijdt en niet door de tafel
of werkbank.
De balkjes (2" x 4") die u gebruikt om het werkstuk op
de goede hoogte te houden en te ondersteunen, moeten
zodanig worden geplaatst dat de breedste kanten het
werkstuk ondersteunen en op de tafel of werkbank liggen.
RANDGELEIDER / SCHULPEN
De randgeleider (optioneel accessoire) wordt gebruikt voor
het maken van insnijdingen die parallel aan de zijkant
van het werkstuk lopen en kan aan beide kanten van
de voetplaat worden geplaatst om links of rechts in het
materiaal te snijden.
Randgeleiders maken schulpen tot een eenvoudige klus.
Bevestig de randgeleider, voer de geleidekant volgens de
afbeelding op de gewenste breedte door de gleuven in de
voet en zet het geheel vast met de stelschroef.
SCHULPGELEIDER
A j
Bij het snijden van groot hout- of plaatmateriaal voldoet de
randgeleider mogelijk niet om de gewenste snijbreedte te
behalen. Klem of spijker in dat geval een recht stuk hout
van 25 mm op het materiaal om als geleider te fungeren.
Plaats de rechterkant van de voet tegen de houten
geleider.
2"x4" SNIJGELEIDER
A k
De 2"x4" snijgeleider (optioneel accessoire) kan worden
gebruikt om snel en nauwkeuring insnijdingen te maken in
hout van 2" x 4".
Aangezien de diepte van een insnijding minder is dan de
dikte van een stuk hout van 2" x 4", moet er aan beide
kanten van het hout een insnijding worden gemaakt om het
werkstuk door te snijden.
A g
A h
1. Meet en markeer de gewenste snijlijn op het stuk hout.
2. Schuif de 2" x 4" snijgeleider over het hout op de
gewenste plaats van insnijding.
OPMERKING: Wanneer u een standaard schijf
gebruikt, houdt u een afstand van 25 mm aan om de
geleider op één lijn te krijgen met de afstandsmeter op
de snijgeleider.
Bij gebruik van de vlakke zaagschijf stelt u de
geleidekant van het gereedschap op één lijn met de
snijlijn.
3. Klem de snijgeleider vast op het werkstuk op de
gewenste plaats van insnijding.
4. Houd het gereedschap stevig vast en gebruik de rand
van de geleider als geleidekant om de eerste insnijding
te maken.
5. Draai het werkstuk om terwijl u de snijgeleider op zijn
plaats houdt en maak een tweede insnijding om door
de 2" x 4" te snijden.
VERSTEKGELEIDER
De verstekgeleider (optioneel accessoire) en vlakke
zaagschijf vormen de perfecte combinatie voor het maken
van verstekverbindingen, schuine en rechte randen in
plinten, beschot en lijstwerk.
De hoekmeters kunnen daarbij worden ingezet voor
het maken van nauwkeurige insnijdingen voor andere
gangbare hoeken, zoals 15°, 22,5° of 30°.
1. Meet en markeer de gewenste snijlijn op het stuk hout.
2. Schuif de verstekgeleider over het hout op de
gewenste plaats van insnijding.
3. Klem de snijgeleider vast op het werkstuk op de
gewenste plaats van insnijding.
4. Houd het gereedschap stevig vast en maak de
insnijding.
Gebruik voor rechte insnijdingen de buitenste rand van de
snijgeleider als geleidekant
Gebruik voor 45° verstekhoeken de schuine hoek van de
snijgeleider als geleidekant
ZORG ERVOOR DAT HET GEREEDSCHAP OP DE
!
JUISTE WIJZE IN DE GELEIDER IS GEPLAATST
VOORDAT U HET GEREEDSCHAP INSCHAKELT EN GA
VOORZICHTIG TE WERK BIJ HET TOT STILSTAND
LATEN KOMEN VAN HET GEREEDSCHAP IN DE
VERSTEKGELEIDER ZODAT DE SCHIJF NIET IN
AANRAKING KOMT MET DE SNIJGELEIDER.
Verstekhoeken (15°, 22,5° of 30°)
Draai de snijgeleider op de aangewezen hoek tot de
gewenste hoek is bereikt met behulp van de hoekmeter
op de snijgeleider en maak de insnijding, waarbij u de
buitenkant van de snijgeleider als geleidekant gebruikt
45° schuine randen
Gebruik uitsluitend de vlakke zaagschijf en plaats de zaag
in de verstekgeleider om de insnijding te maken
De geleider plaatst de zaag zodanig dat er schuine
randen in werkstukken met een dikte tot 14 mm kunnen
worden gemaakt. Om de insnijding te maken plaatst
u het gereedschap eerst in de verstekgeleider zodat
de achterkant van de voet van het gereedschap in de
geleiderichel past. Schakel het gereedschap in en maak de
insnijding. Schakel het gereedschap uit voordat u het uit de
geleider verwijdert.
Bepaal of er insnijdingen aan de binnenkant links (A),
buitenkant links (B), binnenkant rechts (C) of buitenkant
rechts (D) moeten worden gemaakt en leg het werkstuk in
de juiste positie
S s
.
34
A l
.
S q
.
S a
.
S q
.