- NL -
Gebruik het apparaat buiten de vijver
E
De pomp ligt zonder filterbehuizing buiten de vijver. Er is op de pompinlaat bijv. een satellietfilter of skimmer
aangesloten. Het retoursysteem, bijv. een vijverfilter, is op de pompuitgang aangesloten.
Plaats het apparaat zodanig dat het niet wordt blootgesteld aan rechtstreeks zonlicht (max. 40 ºC).
3.
0.
Zo gaat u te werk:
F
1. De schroeven verwijderen.
− De schroeven dienen als transportbeveiliging en zijn niet noodzakelijk voor het gebruik.
2. De vergrendeling losmaken en de bovenschaal van de filter omhoog klappen.
3. De pomp eruitnemen.
4. Het trapsgewijze slangmondstuk met afdichting op de inlaat schroeven.
− Het trapsgewijze slangmondstuk inkorten en ontbramen, zodat de diameter daarvan overeenstemt met de
toegepaste slangdiameter.
5. De slang op het trapsgewijze slangmondstuk steken en met een slangenklem vastzetten.
− Breng voor het vastdraaien van de wartelmoer het trapsgewijze slangmondstuk in de juiste stand.
6. Het trapsgewijze slangmondstuk met wartelmoer en afdichting op de uitgang schroeven.
− Het trapsgewijze slangmondstuk inkorten en ontbramen, zodat de diameter daarvan overeenstemt met de
toegepaste slangdiameter.
− Breng voor het vastdraaien van de wartelmoer het trapsgewijze slangmondstuk in de juiste stand.
7. De slang op het trapsgewijze slangmondstuk steken en met een slangenklem vastzetten.
Ingebruikneming
Let op! Gevoelige elektrische componenten.
Mogelijke gevolgen: Het apparaat raakt vernield.
Veiligheidsmaatregel: Sluit het apparaat niet aan op een dimbare voeding.
Zo brengt u de stroomvoorziening tot stand:
Inschakelen: Stekker in het stopcontact steken. Het apparaat schakelt zichzelf direct in als de elektrische aansluiting
tot stand wordt gebracht.
Uitschakelen: Stekker uit het stopcontact trekken.
Aquamax Eco Classic 3500/5500/8500/11500/14500
De pomp voert bij het opstarten automatisch een voorgeprogrammeerde, ca. 2 minuten durende zelftest uit (Environ-
mental Function Control (EFC)). De pomp herkent, of hij droogloopt c.q. geblokkeerd is of dat hij ondergedompeld is.
Bij drooglopen c.q. blokkeren schakelt de pomp automatisch na ca. 90 seconden uit. Bij storingen onderbreekt u eerst
de stroomtoevoer en verwijdert u de belemmering, bijvoorbeeld door de pomp met veel water door te spoelen.
Vervolgens kunt u het apparaat weer in bedrijf nemen.
Storingen verhelpen
Storing
De pomp begint niet te draaien
De pomp verpompt niet
De pompopbrengst is onvoldoende
De pomp schakelt na korte tijd uit
22
Oorzaak
Netspanning ontbreekt
Filterhuis verstopt
Filterhuis verstopt
Te veel verliezen in de toevoerleidingen
Water ernstig verontreinigd
Watertemperatuur te hoog
Rotor is geblokkeerd
Pomp is drooggelopen
Remedie
− Netspanning controleren
− Toevoerleidingen controleren
− Reinig de filterschalen
− Reinig de filterschalen
− Kies een grotere slangdiameter
− Het trapsgewijze slangmondstuk op de
slangdiameter aanpassen
− Slang inkorten tot de benodigde minimum-
lengte
− Onnodige verbindingsstukken vermijden
− Pomp reinigen. Als de motor is afgekoeld,
schakelt de pomp automatisch weer in.
− Maximale watertemperatuur van + 35 °C
aanhouden. Als de motor is afgekoeld, scha-
kelt de pomp automatisch weer in.
− Stekker uittrekken en belemmering verwijde-
ren. Schakel vervolgens de pomp weer in.
− Pomp vol laten lopen. Bij gebruik in de vijver
het apparaat volledig onderdompelen.