WIJ ADVISEREN U DEZE HANDLEIDING EERST EEN KEER GOED DOOR TE LEZEN VOORDAT
U AAN DE MONTAGE BEGINT! U RAAKT DAN BETER VERTROUWD MET DE VERSCHILLENDE
BEGRIPPEN EN ONDERDELEN.
DE F 400 / F 403 IS ONTWORPEN VOOR THUISGEBRUIK. DE VOLLEDIGE TUNTURI
GARANTIEVOORWAARDEN GELDEN UITSLUITEND VOOR GEBREKEN EN DEFECTEN DIE BIJ
THUISGEBRUIK OPTREDEN. DE GARANTIE DEKT ECHTER GEEN SCHADE ALS GEVOLG VAN
NALATIGHEID BIJ ONDERHOUD OF CORRECTE AFSTELLING VAN DE APPARATEN. BIJ ONDESKUNDIG
GEBRUIK, SLECHT ONDERHOUD OF BIJ PROFESSIONEEL GEBRUIK IN SPORTSCHOOL,
FITNESSCENTRUM, VERENIGING EN DERGELIJKE KUNNEN NOCH TUNTURI OY LTD, NOCH HAAR
VERTEGENWOORDIGERS AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR LETSEL OF SCHADE.
De illustraties die in de tekst worden genoemd, vindt u achter in deze gids, op de uitklappagina.
VEILIGHEID:
*
Het doornemen en opvolgen van de onderstaande voorzorgen is uitermate belangrijk voor de veiligheid
van de gebruiker.
*
De trainer is geschikt voor personen tot maximaal 110 kg lichaamsgewicht. Vooraf: Laat uw conditie
controleren bij uw huisarts voordat u begint met trainen.
*
Bij misselijkheid, duizeligheid of een ander lichamelijk ongemak gebruik dient de gebruiker direct te
stoppen en een arts te raadplegen.
*
Om spierpijn te voorkomen, begint u de training met een warming up en sluit u die af met cooling-down
(langzaam fietsen met geringe weerstand). U sluit de training af met stretch oefeningen.
*
Plaats de trainer op een vlakke en stevige ondergrond.
*
De trainer kan tijdens in het gebruik stof en/of smeermiddelen verliezen. De ondergrond dient hiertegen
bestand te zijn.
*
Zorg voor voldoende ventilatie tijdens de training, maar zorg dat u niet op de tocht zit.
*
Houd bij het op- en afstappen het stuur vast.
*
Gebruik de trainer uitsluitend voor het doel waarvoor deze is gemaakt en zoals hierna beschreven wordt.
VERDER:
*
De trainer mag uitsluitend door één persoon tegelijk gebruikt worden
*
Raak nooit bewegende delen aan
*
Houd kinderen en huisdieren tijdens de training buiten het bereik van de trainer
*
Houd toezicht bij gebruik door kinderen of gehandicapte personen
*
Draag tijdens de training de juiste kleding en geschikte schoenen
*
Stop in geval van een defect of storing en neem contact op met uw dealer
*
Houd hiervoor gevoelige apparatuur of dingen buiten het bereik van het magnetisch veld van het
'
weerstandsmechanisme
*
Controleer voor de training of het apparaat goed functioneert. Train nooit op een defect apparaat
*
Onderhoud en afstellingen anders dan in deze handleiding beschreven dienen uitsluitend uitgevoerd te
worden door deskundigen. Volg de instructies van de handleiding nauwkeurig op.
*
De magneethouder van het magneet weerstandsysteem vormt een magnetisch veld dat bij direct contact
schadelijk kan zijn voor apparatuur, bankpasjes en dergelijke.
*
Probeer nooit de magneethouder uit het magneet weerstandsysteem te verwijderen.
MONTAGE
Controleer of u alle onderdelen heeft:
1.
Frame
2.
Achtersteun
3.
Stuurstang met monitor
4.
Pedalen (2)
5.
Oorsensor voor hartslagmeting
6.
Voor bevestiging achtersteun: 2 M10x20 bouten,
2 ringen, 2 afdekdoppen, batterijen
7.
Voor bevestiging stuursteun: lange M10 bout,
ring en rechthoekig plaatje
8.
Gereedschap (aparte doos met daarin:
2 multifunctionele sleutels en schroevendraaier)
met vochtabsoberen de silicaatverpakking
Rechts, links, voor en achter in de tekst zijn bedoeld vanuit
de positie zoals u op de fietstrainer zit. Monteer als volgt:
OPMERKINGEN EN ADVIEZEN
15
ACHTERSTEUN
Plaats de achtersteun onder de achterkant van het frame en
monteer deze met twee korte M10 bouten en ringen (afb. 1).
Druk de witte kunststof afdekdoppen over de boutkoppen.
STUURSTANG
Zet de fietstrainer schuin tegen bv. een stoel. Verwijder de
verpakking van de stuursteun. Schuif de stuurstang op zijn
plaats, zodat de weerstandsknop aan de bovenzijde van de
stuurstang naar achteren gericht is (afb. 2). Indien de
stuurstang niet door de rechthoekige opening aan de
bovenzijde van de grijze framekap geschoven kan worden,
moet de schroef aan de onderzijde van deze kap losgedraaid
worden. Nu kan de kap bewogen worden en de stuurstang
alsnog op zijn plaats geschoven worden. Vergeet niet om de
schroef weer vast te draaien. Let erop dat de weerstandskabel
en de monitorkabel, die onder uit de stuurstang steken, niet