EERSTE INGEBRUIKNEMING / BROODBAKKEN /
SPECIALE FUNCTIES
EERSTE INGEBRUIKNEMING
1. Controleer of alle delen en toebehoren voorhanden
zijn en vrij zijn van defecten.
2. Alle delen volgens de aanwijzingen onder
„Reiniging en onderhoud" reinigen.
3. De broodbakautomaten op de bakmodus instellen
en gedurende circa 10 min zonder inhoud laten
bakken. Na het afkoelen opnieuw reinigen.
4. Alle delen zorgvuldig drogen en inzetten. De bak-
automaat is nu gebruiksklaar.
BROODBAKKEN
1. De broodkuip inzetten en in uurwijzerzin draaien tot
ze vastklikt. Breng de kneedhaken in de aandrijfas
aan. De kneedhaken in uurwijzerzin draaien tot ze
vastklikken. Er wordt aangeraden om de openingen
voor het aanbrengen van de kneedhaken met hitte-
bestendige margarine te vullen, zodat het deeg niet
onder de kneedhaken blijft kleven en de kneedhaken
gemakkelijk uit het brood gehaald kunnen worden.
2. Doe de ingrediënten in de broodkuip. De volgorde
voor het toevoegen van de ingrediënten hangt af
van het recept.
Normaal worden water of andere vloeistoffen eerst
in de kuip gevuld, daarna suiker, zout en bloem.
Gist of bakpoeder steeds als laatste toevoegen. Bij
zware deegmengsels, bv. met een hoog aandeel aan
rogge of volkoren, raden we aan om de volgorde
voor het toevoegen van de ingrediënten om te
draaien. Eerst droge gist en bloem en op het laatst
de vloeistof toevoegen. Dit geeft een beter kneed-
resultaat.
3. Vorm met uw vinger een kuiltje in de bloem. Doe
de gist in het kuiltje. De gist mag niet in aanraking
komen met vloeibare ingrediënten of met zout.
4. Het deksel voorzichtig sluiten en de stekker insteken.
5. Met de menutoets het gewenste programma kiezen.
6. Met de toets „Kleur" de gewenste bruiningsgraad
kiezen.
7. Met de toets „broodgewicht" het gewenste formaat
kiezen (700 g of 900 g).
8. Via de toets „
"of „
" de schakelklokfunctie
instellen. Als het programma onmiddellijk gestart
wordt, kunt u dit punt overslaan.
9. Het programma met de toets „Starten/Stoppen"
starten.
10. In de loop van de programma's Normaal, Knap-
perig, Volkoren, Zoet, Wit brood, hoort u een
lange pieptoon. Hiermee wordt aangegeven dat
verdere ingrediënten moeten worden toegevoegd.
Deksel openen en ingrediënt(en) toevoegen. Tijdens
de bakprocedure kan uit de verluchtingsgleuven in
het deksel stoom ontsnappen. Dit is een normale
gang van zaken.
11. Na beëindiging van de bakprocedure hoort u 10
keer een pieptoon. Door de toets „Starten/Stop-
pen" gedurende circa 3-5 seconden in te drukken,
wordt de procedure afgebroken en kan het brood
uit de automaat gehaald worden. Deksel openen
en met pannenlapjes de greep van de broodkuip
vasthouden. De kuip tegen uurwijzerzin draaien en
voorzichtig naar boven uit het apparaat heffen.
12. Met behulp van een spatel die met een antiklee-
• aag voorzien is de randen van het brood voorzich-
tig van de kuip losmaken.
Opgelet: De kuip en het brood kunnen erg
warm zijn. Ga steeds voorzichtig te werk en
gebruik pannenlapjes.
13. De broodkuip met de opening naar beneden op
een zuiver werkvlak plaatsen en voorzichtig schud-
den tot het brood lost.
14. De kuip verwijderen en het brood circa 20 minuten
voor het snijden laten afkoelen.
15. Wordt de toets „Starten/Stoppen" niet ingedrukt
(bv. omdat u niet in de kamer bent), dan wordt het
brood automatisch 60 minuten lang warm gehouden.
16. Als het apparaat niet in bedrijf is, de stekker uit het
stopcontact trekken.
Aanwijzing: Voor het brood gesneden wordt, met
de haak de kneedhaken verwijderen die zich nog
onder het brood bevinden. De kneedhaken nooit met
de hand verwijderen, aangezien het brood heet is.
SPECIALE FUNCTIES
1. Snelprogramma
Met bakpoeder of baknatron die met vochtigheid en hitte
aan het rijzen gebracht worden, kan men snel broden
bakken. Voor dit programma wordt aanbevoelen om
alle vloeibare ingrediënten in de broodkuip te vullen en
daarna de droge ingrediënten toe te voegen. Aan het
begin van de roerfase kunnen zich bij het snelprogramma
deeg en droge ingrediënten in de hoeken van de kuip
vastzetten. Om bloemklonters te vermijden, is het even-
tueel noodzakelijk om de roerprocedure te ondersteu-
nen. Dit moet met een rubberen spatel gebeuren.
2. Extrasnel programma
Met het extrasnel programma kunt u binnen een uur
een brood bakken. De twee instellingen bakken een iets
vaster brood in 58 minuten. Met Extrasnel -1 kunt u een
brood van 700 g bakken en met extrasnel-2 een brood
64
REINIGING EN ONDERHOUD / TOEVOEGEN
VAN INGREDIËNTEN OM BROOD TE BAKKEN
NL
van 900 g. Bij het toevoegen van water moet u er ab so-
luut op letten dat het water tussen 48-50 °C is. Hiervoor
is een kookthermometer noodzakelijk. De juiste water-
temperatuur is zeer belangrijk voor de bakprocedure.
Bij een te lage watertemperatuur rijst het brood niet
voldoende. Te warme temperaturen doen de gist al
afsterven voor de rijsprocedure begint.
REINIGING EN ONDERHOUD
Voor de reiniging het apparaat van het stroomnet
afkoppelen en laten afkoelen.
1. Broodkuip: binnen- en buitenkant met een vochtige
doek afwrijven. Geen scherpe en krassende
middelen gebruiken, want dat zou de antiklee• aag
kunnen beschadigen. Voor de kuip in het apparaat
gezet wordt, moet ze zorgvuldig afgedroogd worden.
2. Kneedhaken: Als de stang van de kneedhaak moeilijk
uit de as los te maken is, de recipiënt met warm wa-
ter vullen en circa 30 minuten laten inweken. Daar-
na kunnen de kneedhaken gemakkelijk verwijderd
en gereinigd worden. De haken zorgvuldig met een
vochtige katoendoek afwissen. De broodkuip en de
kneedhaken zijn bestand tegen de vaatwasser.
3. Deksel en venster: Het deksel aan de binnen- en bui-
tenkant met een lichtjes bevochtigde doek reinigen.
4. Behuizing: De behuizing aan de buitenkant voor-
zichtig met een vochtige doek reinigen. Voor het
reinigen geen smergelmiddelen gebruiken, aangezien
de glans van de oppervlakken daardoor beschadigd
wordt. De behuizing voor het reinigen nooit
in water onderdompelen.
5. Voor de opslag van het apparaat moet het appa raat
volledig afgekoeld, gereinigd en gedroogd zijn. De lepel
en de kneedhaak in de lade leggen en het deksel sluiten.
TOEVOEGEN VAN INGREDIËNTEN OM
BROOD TE BAKKEN
1. Extra • jne bloem/broodbloem
Broodbloem bevat een hoog aandeel gluten en is
daarmee op grond van het aandeel proteïnen bij -
zonder sterk bij het bakken. Het deeg wordt elastisch
en zakt na het rijzen niet in. Door het hogere gluten -
aandeel in vergelijk met klassieke bloem, is deze
bloem geschikt voor grote broden die minder
kruimelen. Broodbloem is bij het broodbakken het
voornaamste ingrediënt.
2. Universele bloem
Universele bloem wordt gemaakt van uitgekozen
zachte en harde tarwesoorten en is geschikt voor
het snelbakken en voor cakes.
3. Volkorenbloem
Volkorenbloem is een gemalen volkoren en bevat
schelpen en gluten van het koren. Volkorenbloem is
zwaarder en voedzamer dan gewone bloem. Brood
uit volkorenbloem is gewoonlijk klein. Daarom worden
bij de meeste recepten volkorenbloem en broodblo-
em gemengd, om de beste resultaten te verkrijgen.
4. Boekweitbloem
Boekweitbloem is even rijk aan voedingsvezels als
volkorenbloem. Om na het rijzen een groot volume
te verkrijgen, moet dit bloem met een hoog aandeel
broodbloem gemengd worden.
5. Cakebloem
Cakebloem bestaat uit • jn gemalen zachte tarwe of
proteïnearme tarwe en wordt vooral voor het bakken
van cakes gebruikt. De verschillende bloemsoorten
gelijken weliswaar op elkaar, maar het rijsvermogen
met gist of de opnamecapaciteit variëren volgens
het verbouwingsgebied, de maalprocedure en de
bewaarbaarheid. Probeer daarom bloemproducten
van verschillende merken, om zo de bloemsoort te
vinden die bij uw smaak past.
6. Zetmeel en havermeel
Zetmeel en havermeel bestaan uit gemalen maïs resp.
haver. Ze worden als ingrediënten bij grove brood-
soorten gebruikt, om de smaak en de consistentie te
verbeteren.
7. Suiker
Suiker is een belangrijk ingrediënt voor het zoeten en
verleent kleur aan het brood. De suiker vormt een
voedingsbodem voor de gist. Er wordt vooral witte
suiker gebruikt. Voor sommige recepten kunnen ook
bruine suiker, poedersuiker en suikerspinnen gebru-
ikt worden.
8. Gist
Gist produceert gisthulpstoffen Bij deze gistproce-
dure ontstaat kooldioxide die het brood doet rijzen
en het brood een losse structuur verleent. Voor het
snel rijzen van het gistdeeg is een voedingsbodem
uit suiker en bloem nodig.
1 TL droge gist =
⁄
TL instant-gist
3
4
2 TL droge gist = 1,5 TL instant-gist
5 TL droge gist = 1 TL instant-gist
Gist moet koel bewaard worden, aangezien hij bij
te hoge temperaturen afsterft. Voor het gebruik de
houdbaarheidsdatum controleren. De rest na gebruik
terug in de koelkast leggen. Als het brood niet rijst, ligt
dat meestal aan verlopen of afgestorven gistculturen.
Met de hieronder opgesomde test kunt u controle-
ren of de gist vers of al afgestorven is.
(1)
⁄
kop warm water (45-60°C) in een maatbeker
1
2
gieten.
65
NL