Voorzichtig!
De soldeerbout wordt tot 450° warm.
Voor gebruik van de soldeerbout controleren of
■
de bevestigingsveer van de soldeerspits correct
ingehaakt is.
De soldeerspits niet in contact brengen met de
■
huid en warmtegevoelige materialen.
Brandbare objecten, vloeistoffen en gassen uit
■
het werkbereik van de soldeerbout verwijderen.
Wanneer de soldeerbout niet wordt gebruikt,
■
deze altijd in de houder leggen.
Soldeeraanwijzingen
De soldeerplaatsen moeten altijd zuiver en
■
vetvrij zijn.
De soldeertijden moeten zo kort mogelijk zijn.
■
De soldeerplaats moet echter voldoende en
gelijkmatig opgewarmd worden om een goede
soldeerverbinding te bekomen.
Voor het solderen de soldeerspits met de voch-
■
tige spons lichtjes afvegen zodat deze weer
metalliek glanst. Daardoor wordt voorkomen
dat geoxideerd soldeersel of verbrande vloei-
middelresten op de soldeerplaats belanden.
Soldeerplaats opwarmen door de soldeerspits
■
gelijkmatig met soldeeroog (pad) en componen-
taansluiting in contact te brengen.
Soldeerdraad aanvoeren.
■
Solderen herhalen.
■
Af en toe de soldeerspits afstrijken aan de
■
vochtige spons. Verontreinigde soldeerspitsen
verlengen de soldeertijden.
Na de laatste keer solderen de soldeerspits niet
■
afvegen. Het overblijvende soldeersel beschermt
de soldeerspits tegen oxidatie.
Werken met gevoelige
componenten [afb. II]
Sommige onderdelen kunnen beschadigd raken
door elektrostatische oplading (neem de waarschu-
wingen op de verpakkingen in acht of vraag raad
bij de fabrikant of leverancier). Een ESD-veilige
werkplaats is een geschikte omgeving voor deze
onderdelen (ESD = elektrostatische ontlading).
Het soldeerstation kan zonder problemen in zo'n
omgeving worden geïntegreerd. Met de potentiaal-
vereffeningsbus [4] kan de soldeerspits hoogohmig
(220 kΩ) met de geleidende ondergrond verbon-
den worden.
Vervangen van soldeerspits
[afb. III]
De soldeerspits moet bij slijtage of indien een
andere vorm van soldeerspits gewenst is (zie techni-
sche gegevens) worden vervangen. Het vervangen
van de soldeerspits is ook in hete toestand mogelijk.
De voedingseenheid moet echter worden uitgescha-
keld omdat het verwarmingselement zonder soldeer-
spits oververhit kan raken.
Procedure
De veerhaak uit de spitsboring heffen
■
spits met een vlakke tang uittrekken.
De warme soldeerspits op een brandvaste
■
ondergrond of in de standaard neerleggen.
Andere spits opsteken. Bij het opschuiven tot
■
aan de aanslag in acht nemen dat de noppen
van de metalen buis in het verwarmingselement
in de sleuf van de soldeerspitsschacht ligt.
Daardoor wordt de soldeerspits gepositioneerd
en verdraaien voorkomen.
De veerhaak weer met de vlakke tang in de
■
spitsboring verankeren.
Aanwijzing
Om een goede elektrische geleiding
en warmtegeleiding te bekomen, moet
de soldeerspits geregeld worden ver-
wijderd en de schacht van het verwar-
mingselement met een messingborstel
gereinigd worden.
en de
43