Veiligheidsvoorschriften
Uitrusting voor persoonlijke veiligheid omvat:
een veiligheidshelm
gehoorbescherming (zoals oordoppen)
veiligheidsbril of gezichtsbescherming
van veiligheidshelm
veiligheidsbroek met ingelegde snijbe-
veiliging
stevige werkhandschoenen
veiligheidsschoenen met slipvaste zolen
en stalen neuzen
In het werkbereik:
Andere personen moeten buiten het werkbe-
reik van de kettingzaag blijven. Let met name
op kinderen en dieren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor onge-
vallen met andere mensen en hun eigendom-
men.
Het werkbereik moet vrij worden gehouden
van zaagafval en andere voorwerpen - risico
op struikelen.
Zorg voor een schoon en goed verlicht
werkbereik. Rotzooi of een gebrek aan go-
ede verlichting kunnen ongevallen veroorz-
aken.
De kettingzaag mag niet worden gebruikt in
een omgeving met brand- of explosiegevaar.
Werktijden:
Neem de nationale voorschriften voor de ge-
bruiksduur in acht.
Werk alleen bij voldoende daglicht of kunst-
matige verlichting
Gebruik:
LET OP!
Het apparaat mag pas na volledige mon-
tage worden gebruikt.
LET OP!
Voor inbedrijfstelling altijd een visuele in-
spectie uitvoeren.
Het apparaat moet zich in een veilige ge-
bruiksconditie bevinden.
Nooit alleen werken.
Beschadigde of versleten onderdelen direct
vervangen.
Instel- en montagegereedschap vooraf aan
de ingebruikname verwijderen.
De kettingzaag niet gebruiken om hout te ver-
plaatsen of op te tillen.
440105_e
Het apparaat alleen gebruiken in de door de
fabrikant voorgeschreven, technische condi-
tie.
Rekening houden met het risico op een
elektrische schok. Aanraking vermijden met
eventuele metalen voorwerpen aanwezig in
de grond of verbonden aan een elektrische
leiding.
Niet zagen tijdens regen, sneeuw of een
storm. De kettingzaag niet gebruiken in een
vochtige of natte omgeving.
Stel de veiligheids- en beveiligingsvoorzie-
ningen niet buiten werking.
Let bij het werken op een zekere stand.
Voorkom een abnormale lichaamshou-
ding. Zorg ervoor dat u stevig staat en uw
evenwicht kunt bewaren. Hierdoor kunt u
het elektrisch gereedschap in onverwachte
situaties beter controleren.
Alvorens te gaan werken het te zagen ma-
teriaal controleren op vreemde voorwerpen,
om terugslag te vermijden.
De zaagketting alleen terwijl deze loopt
plaatsen voor een zaagsnede, de machine
nooit inschakelen met stilstaande, al op het
hout geplaatste zaagketting.
De kettingzaag tijdens het werken steeds met
beide handen vasthouden.
De kettingzaag niet boven schouderhoogte
gebruiken, veilig hanteren is zo niet meer mo-
gelijk.
Niet staande op een ladder, steiger of in een
boom werken.
De handgrepen moeten schoon en droog zijn
en vrij van olie.
Als een boomstam dikker is dan de lengte
van het zaagblad, deze door een vakman la-
ten omzagen.
De kettingzaag nooit met lopende zaagket-
ting dragen en vervoeren.
Bij het veranderen van werklocatie de motor
uitschakelen en de kettingbeschermer aan-
brengen.
De stroomkabel uitsluitend gebruiken voor
het beoogde doel.
De kettingzaag nooit optillen of dragen aan
de stroomkabel.
Nooit aan de stroomkabel trekken om de
stekker los te halen uit het stopcontact.
De stroomkabel beschermen tegen bescha-
diging of vervuiling.
47