%(',(1,1*
72(67(/206&+5 9,1*
OPGELET oververhitting
Toestel niet afdekken.
Ga niet op het toestel staan.
CE-logo
Het CE-logo geeft aan dat het toestel voldoet aan alle fundamentele
vereisten:
— Richtlijn voor de elektromagnetische compatibiliteit;
— Laagspanningsrichtlijn.
2.3
Keurmerk
Zie typeplaatje.
De kenplaat zit aan de rechterbuitenkant op het toestel.
3.
Toestelomschrijving
Het toestel is een elektrisch convectieverwarmingstoestel,
uitsluitend bestemd voor wandmontage.
Het toestel is bijv. geschikt als volledige verwarming of als
verwarming voor het tussenseizoen of aanvullende verwarming
in kleine ruimten, zoals een hobbykamer of logeerkamer.
De lucht in het toestel wordt door een verwarmingselement
verwarmd en treedt via natuurlijke convectie aan de bovenzijde
door het luchtuitlaatrooster naar buiten. Door de in de onderzijde
van het toestel beschikbare openingen stroomt er koele
omgevingslucht na.
3.1
Typeserie CNS-SE
Na de wandmontage en de elektriciteitsaansluiting via een stekker
is het toestel gereed voor gebruik.
3.2
Typeserie CNS-UE
Na de wandmontage en de elektriciteitsaansluiting via een vaste
stopcontactaansluiting voor apparatuur is het toestel gereed voor
gebruik.
4.
Bediening
4.1
Het toestel in- en uitschakelen
Schakel het toestel in en uit via de schakelaar aan de rechterzijde
»
van het toestel.
4.2
Beschrijving van het bedieningspaneel
Op de werkschakelaar is het mogelijk de volgende 4 functies te
»
selecteren:
Comfort-bedrijf
ECO-bedrijf (nachtverlaging)
Vorstbeveiliging
Automatisch
Stel de gewenste kamertemperatuur traploos in met behulp
»
van de temperatuurinstelknop (voor temperatuurwaarden zie
hoofdstuk Technische gegevens).
_&16 6(8(
Zodra de ingestelde kamertemperatuur is bereikt, wordt deze door
periodieke verwarming constant op de ingestelde temperatuur
gehouden (het verwarmingsvermogen van het toestel moet dan
wel aan de benodigde warmtebehoefte van de kamer voldoen).
Wanneer er verschillende toestellen in een kamer beschikbaar
zijn, is de instelling via de temperatuurinstelknop op elk toestel
mogelijk verschillend.
Het toestel moet tijdens het ventileren van de kamer worden
uitgeschakeld om een te hoog stroomverbruik te voorkomen
wanneer de vensters zijn geopend.
4.3
Comfort-bedrijf
Zet de werkschakelaar in de stand van het comfort-bedrijf
»
In deze stand wordt de verwarming uitgeschakeld, zodra de
kamertemperatuur is bereikt die via de temperatuurinstelknop was
ingesteld. De kamertemperatuur wordt dan constant gehouden
door periodieke verwarming.
4.4
ECO-bedrijf
Zet de werkschakelaar in de stand van het ECO-bedrijf
»
In deze stand wordt de via de temperatuurinstelknop ingestelde
comfort-temperatuur automatisch verlaagd met 3 °C.
4.5
Vorstbeveiliging
Zet de werkschakelaar in de stand Vorstbeveiliging
»
In deze stand schakelt de thermostaat de verwarming
automatisch in, als de kamertemperatuur tot onder de
vorstbeschermingstemperatuur daalt.
4.6
Automatisch
4.6.1 Typeserie CNS-SE
Zet de werkschakelaar in de stand Automatisch
»
In deze stand verwarmt het toestel 120 minuten in het
comfort-bedrijf en schakelt dan automatisch over naar de
vorstbeschermingsfunctie.
4.6.2 Typeserie CNS-UE
Zet de werkschakelaar in de stand Automatisch
»
Wanneer het toestel is aangesloten op een optioneel
besturingstoestel, is het mogelijk dit via dat besturingstoestel
.
.
.
.
:::67,(%(/(/7521&20
.