FOUTMELDINGEN
In geval van storingen wekt het zelfdiagnose-circuit van
de controller enkele foutmeldingen op die in de
volgende tabel zijn omschreven.
BOODSCHAP
CHECK CONNECTION
TO PUMP
WAITING INTERLOCK
PUMP OVERTEMP.
CONTROLLER
OVERTEMP.
TOO HIGH L0AD
SHORT CIRCUIT
SYSTEM OVERRIDE
OVERVOLTAGE
POWER FAIL
OMSCHRIJVING
Foutieve verbinding tussen pomp en
controller.
Of
De pomp heeft een lagere temperatuur
dan 0 °C.
Het interlock-signaal op connector P1 is
actief wegens onderbreking van de
kortsluiting tussen pin 3 en pin 8 van
connector J1 of wegens het openen van
het externe interlock-signaal.
De
temperatuur
van
pomplager bedraagt meer dan 60 °C.
De
temperatuur
van
bedraagt meer dan 70 °C.
Of
De temperatuur van de radiator van de
controller bedraagt meer dan 60 °C.
De stroomopname van de pomp is
groter
dan
de
geprogrammeerde
waarde.
Tijdens normale werking (na startfase) is
de uitgangsverbinding in kortsluiting.
De
pomp
is
stilgelegd
noodsignaal
afkomstig
afstandscontact.
Er is een storing opgetreden in de
voedingssectie van de controller of de
controller
heeft
een
ontvangen.
Defect in het voedingsgedeelte van de
pomp, van de controller.
Controleren of de verbindingskabel tussen
pomp en controller aan beide uiteinden
goed bevestigd is en geen onderbrekingen
vertoond. Bedien twee maal de START-
knop om de pomp weer op te starten.
Herstel de kortsluiting tussen pin 3 en pin 8
van connector J1 of sluit het externe
interlock-signaal.
het
bovenste
Wacht tot de temperatuur weer onder de
drempelwaarde is gezakt.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
de
controller
Wacht tot de temperatuur weer onder de
drempelwaarde is gezakt.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
Controleer of de
draaien.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
Controleer de verbindingen tussen pomp
en controller.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten.
door
een
Koppel de voedingskabel van de controller
van
een
af en elimineer de oorzaak van de
noodstop. Sluit de voedingskabel weer aan
en bedien twee maal de START-knop om
de pomp weer op te starten.
Bedien twee maal de START-knop om de
pomp weer op te starten. Als de melding
stoorsignaal
weer verschijnt zich voor onderhoud tot
Varian wenden.
Neem
onderhoud.
24
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
REMEDIE
pomprotor
contact
op
met
Varian
87-900-986-01 (C)
vrij
kan
voor