Lasvoorbereiding
• Handgreep (9) en apparaat-steunvlak (8) naar keuze links of rechts van het apparaat monteren.
• Bij gebruik van een verlengingskabel op de voorgeschreven doorsnede letten:
• Verlengkabel moet voor de plaats van gebruik (b.v. in de open lucht) toegelaten zijn en een dienovereenkomstig
kenmerk dragen.
• Bij gebruik van een noodstroomaggregaat als energiebron geldt hiervoor als nom. vermogen: 2 x nom. vermogen
van de handextruder.
De handextruder mag niet in een ontvlambare omgeving of bij ontploffingsgevaar worden gebruikt.
Let bij het werk op een stabiele lichaamshouding. Netkabel en lasdraad moeten goed beweegbaar
zijn en mogen de gebruiker of derden niet bij het werk hinderen.
Lasdraad
Lasdraad, PE / PP Ø 3 of Ø 4 mm
– alleen voor de handextruder zonder
codering gebruiken (zie afb. A).
Lasdraad, PE / PP Ø 4 of Ø 5 mm
– alleen voor de handextruder met codering
gebruiken (zie afb. B).
Inschakelen
• Handextruder aan het stroomnet aansluiten.
• Het apparaat met de schakelaar van de heteluchtventilator (1) inschakelen.
• De heteluchttemperatuur met de potentiometer luchttemperatuur (2) instellen.
• Na ca. 10 minuten is de bedrijfstemperatuur bereikt.
Aanloopbeveiliging
Het apparaat is uitgerust met een beveiliging tegen te hoge stroom voor de aandrijving. De aandrijving wordt
bij te hoge stroomopname automatisch uitgeschakeld. Daardoor kan de aandrijving niet of slechts korte tijd
worden gestart, wanneer b.v. het materiaal in de wormschroef onvoldoende is geplastificeerd.
Beveiliging tegen te hoge temperatuur
Indien de aandrijving door externe factoren of door een te lage smelttemperatuur van het materiaal in de worm-
schroef wordt oververhit, dan schakelt de interne temperatuurbeveiliging de aandrijving uit. Na het afkoelen
van de aandrijving schakelt de temperatuurbeveiliging het apparaat automatisch weer in.
48
Lengte
Minimale doorsnede (bij 230V~)
[m]
tot 19
20-50
2
[mm
]
2.5
4.0
Bild A
Bild B