8. Steek de stekker met droge handen in een
correct geaarde stopcontact. Test de aard-
lekschakelaar in het netsnoer om na te
gaan of hij correct werkt. Wanneer de test-
knop wordt ingedrukt, moet de controle-
lamp doven. Schakel het systeem weer in
door de resetknop in te drukken. Wanneer
de controlelamp gaat branden, werkt de
aardlekschakelaar naar behoren. Wanneer
de aardlekschakelaar niet naar behoren
werkt, moet u de stekker uit het stopcon-
tact trekken en mag u de afvoerontstop-
pingsmachine niet gebruiken voordat de
aardlekschakelaar is gerepareerd.
9. Zet de FOR/OFF/REV-schakelaar in de
stand FOR (VOORUIT). Druk op de voet-
schakelaar en let op de draairichting van
de trommel. Wanneer de machine niet
met de voetschakelaar kan worden be-
diend, mag u de machine niet gebruiken
voordat de voetschakelaar is hersteld. De
trommel moet linksomdraaien gezien
vanaf de voorzijde van de trommel en
moet overeenkomen met de trommel-
draairichting die op het waarschuwing-
slabel staat aangegeven (Figuur 8).
Laat de voetschakelaar los en laat de trom-
mel helemaal tot stilstand komen. Plaats
de FOR/OFF/REV-schakelaar (VOORUIT/
UIT/ACHTERUIT) in de stand REV (ACH-
TERUIT) en herhaal de bovenstaande test
om te controleren of de afvoerontstop-
pingsmachine correct werkt in de achter-
uitstand. Wanneer de rotatie niet correct
is, mag de machine niet worden gebruikt,
tot hij gerepareerd is.
10. Wanneer de inspectie voltooid is, zet u
de FOR/OFF/REV-schakelaar in de stand
OFF (UIT) en trekt u met droge handen de
stekker uit het stopcontact.
999-998-156.09_REV. E
K-400 Afvoerontstoppingsmachine
Waarschuwings label
Figuur 8 – Correcte trommelrotatie
(Schakelaarstand FOR (VOORUIT)
Machine en werkplek
Instelling
WAARSCHUWING
Stel de afvoerontstoppingsmachine en de
werkplek in overeenkomstig deze proce-
dures om het risico van lichamelijk letsel
ten gevolge van elektrische schokken,
brand, kantelende machine, verwrongen
of gebroken veren, chemische verbran-
ding, infecties en andere oorzaken te be-
perken, en schade aan de ontstoppings-
machine te voorkomen.
Draag altijd een veiligheidsbril en andere
geschikte beschermingsmiddelen bij het in-
stellen van uw afvoerontstoppingsmachine.
1. Controleer het werkgebied op:
• Adequate verlichting.
• Brandbare vloeistoffen, dampen of stof
die kunnen ontbranden. Als u deze
stoffen aantreft, mag u niet aan de slag
gaan voordat de bronnen geïdentifi-
ceerd en afgesloten zijn. De afvoeront-
stoppingsmachine is niet explosieveilig
en kan vonken veroorzaken.
Schakelaarpositie
VOORUIT
Rotatie VOORUIT
99