Inhoud meten
1. Druk op de knop Oppervlakte/Inhoud
wordt op het display weergegeven. De gemeten afstand
knippert in het symbool.
2. Druk nog een keer op de knop Oppervlakte/Inhoud
het symbool
voor inhoudsmeting wordt op het display
weergegeven. De gemeten afstand knippert in het symbool
3. Druk op de knop AAN/Meting
voeren (bijvoorbeeld lengte).
4. Druk nog een keer op de knop AAN/Meting
meting uit te voeren (bijvoorbeeld breedte).
5. Het resultaat van de oppervlakteberekening wordt op de derde
regel weergegeven en de afzonderlijke gemeten waarden
worden op regel 1 en 2 getoond.
6. Druk nog een keer op de knop AAN/Meting
derde afstandsmeting uit (bijvoorbeeld hoogte). De waarde
wordt op de tweede regel weergegeven.
Het resultaat van de inhoudsberekening wordt op de derde regel
weergegeven.
Indirecte metingen
Indirecte metingen worden gebruikt wanneer een directe meting niet
mogelijk is. Indirecte metingen worden berekend aan de hand van
metingen van de schuine zijde en één zijde van een rechte driehoek
(driehoek met een hoek van 90 graden). Als u bijvoorbeeld de hoogte van
een muur vanaf de grond meet, dan worden de metingen genomen aan de
bovenkant van de muur (schuine zijde) en haaks op de lijn tussen de twee
meetpunten aan de onderzijde van de muur (zijkant). De afstand tussen
de twee meetpunten wordt op basis van deze twee metingen berekend.
Indirecte metingen zijn minder nauwkeurig dan directe metingen.
Voor de grootste nauwkeurigheid bij indirecte metingen houdt u de
micro LM-100 bij alle metingen in dezelfde positie (en verandert u
999-998-391.09_REV. D
. Het symbool
;
om de eerste meting uit te
om de tweede
en voer de
micro LM-100 laserafstandsmeter
alleen de hoek). Zorg ervoor dat de laserstraal haaks op de lijn tussen
de meetpunten staat wanneer u de zijkant van de driehoek meet. Alle
metingen moeten punten op een enkele, rechte lijn zijn.
Twee punten gebruiken
Afmetingen 7 – Indirecte meting met twee punten
1. Druk één keer op de knop Indirecte meting
wordt op het display weergegeven. De gemeten afstand
knippert in het symbool.
2. Druk op de knop AAN/Meting om de laser in te schakelen, richt
de laser op het bovenste punt (1) en voer de meting uit. De
meting wordt op de eerste regel getoond.
3. De volgende afstand die moet worden gemeten gaat knipperen.
4. Druk op de knop AAN/Meting
houd het instrument zo haaks mogelijk op de lijn tussen de
metingen en druk nog een keer op de knop AAN/Meting
om de afstand van het horizontale punt (2) te meten. De meting
wordt op de tweede regel getoond.
5. Het resultaat van de berekening wordt op de derde regel
weergegeven.
. Het symbool
om de laser in te schakelen,
65