Bediening; Autorisering; Voertuig Laden; Instandhouding - Mennekes AMTRON Compact 3,7/11 C2 Manual De Instrucciones

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 47

7. Bediening

7.1

Autorisering

Het gebruik van de apparaat is afhankelijk van de confi-
guratie met vorige autorisering mogelijk. U heeft de keuze
uit de volgende mogelijkheden:
„ Geen autorisering nodig. Alle gebruikers kunnen laden.
„ De autorisering gebeurt via het externe schakelcontact.
7.2

Voertuig laden

T
T
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel door niet-toegestane hulpmiddelen
Bij gebruik van adapterstekkers, verlengstukken of extra
oplaadkabels in combinatie met het apparaat bestaat
gevaar voor elektrische schokken of kabelbrand.
f Uitsluitend de voor voertuig en apparaat voorziene
laadkabel gebruiken.
f Voor het laden van het voertuig in geen geval adapter-
stekkers, verlengkabels of extra laadkabel gebruiken.
f Rol de laadkabel volledig af.
f Sluit de laadkabel aan op uw voertuig.
f Evt. autoriseren.
Laadproces beëindigen
T
T
LET OP
Beschadiging van de laadkabel
Trekspanning op de laadkabel kan leiden tot kabelbreu-
ken en andere schade.
f Laadkabel alleen direct aan de stekker uit de laadcon-
tactdoos trekken.
f Laadproces bij het voertuig beëindigen.
f Laadkabel aan de stekker uit het voertuig trekken.
f Plaats de beschermkap.
f Hang of berg de laadkabel op zonder knikken.
18

8. Instandhouding

8.1

Onderhoud

T
T
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken bij beschadigde appa-
raten
Bij gebruik van een beschadigt apparaat kunnen perso-
nen door een elektrische schok zwaar gewond raken of
komen te overlijden.
f Apparaat niet gebruiken, wanneer dit schade vertoont.
f Beschadigd apparaat markeren, zodat dit niet door
andere personen wordt gebruikt.
f Laat de schade onmiddellijk door een gekwalificeerde
elektromonteur verhelpen.
f Laat het apparaat evt. door een gekwalificeerde elekt-
romonteur buiten gebruik nemen.
Regelmatige controle- en onderhoudswerkzaamheden
bevorderen een storingsvrije en veilige werking van het
apparaat en dragen bij aan een langere levensduur. Op
die manier kunnen eventuele storingsbronnen vroegtijdig
worden herkend en gevaren voorkomen worden. Als er
schade aan het apparaat wordt vastgesteld, moet deze
onmiddellijk door een gekwalificeerde elektromonteur
worden verholpen.
f Controleer het apparaat dagelijks of bij elke keer laden
op bedrijfsgereedheid en externe schade.
Voorbeelden van schade:
„ Defecte behuizing (bijv. sterke vervormingen, scheu-
ren, breuken)
„ Defecte of ontbrekende onderdelen (bijv. veiligheids-
voorzieningen)
„ Onleesbare of ontbrekende veiligheidsstickers.
Een onderhoudsovereenkomst met een verant-
woordelijke servicepartner garandeert een regel-
matig controle.

Publicidad

Tabla de contenido

Solución de problemas

loading

Tabla de contenido