OPMERKING: U MOET DE STROOMVOORZIENING
UITSCHAKELEN VOORDAT DE UNIT KAN WORDEN
GERESET.
VOORZICHTIG: Om enige gevaar door onvoorzien
resetten van de thermische beveiliging tegen
overbelasting te vermijden, mag dit product niet
worden gebruikt met een extern schakelapparaat,
zoals een timer of worden aangesloten op een circuit
dat regelmatig wordt in- en uitgeschakeld door de
elektriciteitstoevoer.
Bedrijfsperiodes
Houd het filter 24 uur per dag in werking. Bij voorkeur
blijft het filter het hele jaar door in gebruik, maar
op zijn minst tijdens het voerseizoen (d.w.z. tot de
temperatuur van het water tot beneden 10 ºC daalt
en de vissen niet meer worden gevoerd). Als de pomp
met het biologische filter in de winter wordt gebruikt,
worden daardoor de nuttige bacteriën in zekere mate
in stand gehouden, waardoor de vijver minder snel
bevriest. De unit mag echter niet bevriezen. Als u de
pomp in de winter uitzet, moet u het filter grondig
schoonspoelen voordat u de pomp in de lente weer
aanzet (zie "Opslag in de winter"). Voer uw vissen nooit
als de unit uitstaat.
Vóór ingebruikname
Onjuist gebruik van dit product tijdens het transport
kan leiden tot schade aan de kwartsbuis. Controleer
de kwartsbuis en seal deze voor installatie.
Controleer het gedeelte "Onderhoud" voor gegevens
over de toegang tot de kwartsbuis en de lamp.
Installatie
Positie - Creëer en stevige en vlak platform waarop
u de EasyClear™ kunt plaatsen. Het platform moet
groter zijn dan 300 mm onder waterpeil. Voor dieptes
tussen 300 mm en 600 mm gebruikt u de fontein-
stang verlengsegmenten (afb. 1-F), die simpelweg
samen worden geschroefd, om de fontein boven
het waterpeil uit te laten steken. Voor algemene
installatie, zie afb. 4-A/B. Bij het gebruik van de
EasyClear als waterval moet de gehele unit worden
ondergedompeld.
Aansluiting - Plaats de unit naast de vijver en breng
de kabel terug naar de stroomvoorziening. Let op
dat u voldoende kabel beschikbaar hebt voor het
positioneren van het product op de gewenste locatie
in de vijver.
Accessoire assemblage
Waterbel fontein (afb. 1).
Zoek de waterbelondersteuning (B) op de
waterbelbehuizing (C) en druk deze volledig in.
Positioneer de waterbel (D) op de behuizing en druk
deze in het centrale punt.
2- en 3-laags fontein display-assemblage (afb. 1-I).
De kunststofschijven (afb. 1-E) die de 2- en 3-laags
waterdisplays creëren, klikken eenvoudig in de
fonteinstang. Duw de fonteinstang in het verlengstuk
van de fonteinstang en schroef deze op de fontein
stroomafstelling (afb. 1-A).
Bediening Alleen fontein
(Afb. 4-A voor algemene installatieleidraad)
Let op: Het product heeft een water by-pass om de
waterstroming te regelen, wat betekent dat een
hoeveelheid water altijd uit het product zal stromen,
net onder stroomregeling. Dit is normaal tijdens het
gebruik.
Positioneer de unit in de vijver. De fonteinhoek kan
verticaal worden afgesteld met gebruik van de
kogelkop (Afb. 2-A).
De strakheid van de kogelkop kan worden afgesteld
(Afb. 2-J).
Indien nodig, kan de 2-laags fonteinkop worden
gebruikt om een alternatief en hoger displaypatroon
te verkrijgen dan de 3-laags.
De fonteinhoogte kan naar wens worden afgesteld
door de fontein stroomregelaar te draaien (afb. 3-K).
De waterbelfontein geeft een decoratieve waterbel
De grootte van de bel kan naar wens worden afgesteld
door de fontein stroomregelaar te draaien (afb.3-K).
Bediening van alleen de waterval
(Afb. 4-B voor algemene installatieleidraad)
Positioneer de pomp zoals hiervoor beschreven.
Sluit een geschikte slang (max. 3 meter) van 25 mm
aan op het slanguiteinde van de slanguiteinde van de
waterval (afb. 1-G) en beveilig deze met een geschikte
slangklem en positioneer het uiteinde van de slang in
de gewenste positie.
Schroef het slanguiteinde van de waterval op de
fonteinuitloop van de EasyClear™ (Afb. 1-A) en pas
naar wens de stroming aan met gebruik van de fontein
stroomregelaar (Afb. 3-K).
Opmerking: De maximum aanbevolen
watervalhoogte boven het vijverniveau is 0,5 m
(Afb. 4-B).
UVC-bediening
De UVC wordt automatisch ingeschakeld zodra de unit
wordt aangesloten op de stroomvoorziening, mits de
bajonetslang juist is bevestigd.
De UVC-lamp kan worden gecontroleerd op
werking door te kijken of een blauwachtige gloed
op de kogelkopuitloop valt (afb. 1-A). Let op dat dit
uitsluitend zichtbaar is bij situaties met weinig licht.