(indien aanwezig) die in de onderstaande tabel is vermeld.
• In applicaties waarin de pomp door een cardanas wordt aangestuurd, moeten drukkrachten op de
pompas wegens een slechte smering van de schuivende onderdelen worden voorkomen.
• Gebruik de pomp (en dus de machine waar ze in is ingebouwd) niet wanneer:
- de veiligheidsinrichtingen beschadigd zijn;
- ze zware klappen hebben moeten verduren;
- duidelijk olie lekt;
- duidelijk verpompte vloeistof lekt.
Laat in dit geval de pomp en de machine waar ze in is ingebouwd door een Gespecialiseerd Technicus
controleren.
• Laat de controles die voor het buitengewone onderhoud voorzien zijn door een Gespecialiseerd
Technicus verrichten.
• Draag kleding en persoonlijk beschermingsmiddelen die op passende wijze bescherming bieden tegen
eventuele stromen onder hoge druk en tegen de eventueel gebruikte chemische producten.
WAARSCHUWING
• Verzeker u er bij gebruik bij erg lage temperaturen van dat in de pomp en de leidingen geen ijs is
gevormd.
• Verricht de controles die voor het normale onderhoud zijn voorzien. Dit geldt met name voor de
controles die aan de olie zijn verbonden.
Verricht de voorbereidende handelingen die zijn beschreven in de handleiding van de machine
waar de pomp in is ingebouwd. Onthoud het onderstaande voor het gebruik van pomp, tenzij
anders is voorgeschreven.
a) Vervang de oliedop zonder ontluchtingsopening door een oliedop met ontluchtingsopening en
peilstok. De fabrikant van de machine waar de pomp in is ingebouwd kan deze handeling reeds
hebben verricht (uitsluitend in het geval van volumetrische zuigerpompen).
b) Verifieer het oliepeil bij stilgelegde en compleet afgekoelde pomp.
Vul de olie eventueel bij met het smeermiddel beschreven in de specifieke handleiding van de
serie (→MS).
OPGELET
• Voor bepaalde pompmodellen moet u zich voor het bijvullen van de olie wenden tot een Gespecialiseerd
Technicus aangezien geen volume compensator aanwezig is, zie de specifieke handleiding van de
serie (→MS).
c) Verifieer, indien aanwezig, met een normaal persluchtpistool met manometer die gebruikt wordt
om de bandenspanning te meten of de drukaccumulator correct is opgeblazen.
Het opblazen wordt bepaald door het drukveld waar de pomp in zal werken, conform de
onderstaande tabel:
bar
2-5
5-10
10-20
20-50
d) Raadpleeg de gebruikers- en onderhoudshandleiding van de machine waar de pomp in is ingebouwd
en verifieer:
- de reiniging van het aanzuigfilter;
- of de in- en uitlaatcircuits heel zijn;
- of de pomp correct heeft aangezogen.
BEDRIJFSDRUK
POMP
psi
29-73
73-145
145-290
290-725
ACCUMULATOR
OPBLAASDRUK
bar
psi
2
29
2-5
29-73
5-7
73-102
7
102
NL
93