Inbedrijfstelling
(18
)
11. Druk de afdekkingen (19) op de
glijders (18).
12. Controleer,
of
de
gemakkelijk laten openen en sluiten en
of de apparaatdeur dicht afsluit.
Stel indien nodig de stand van de
koelkast en de positie van de glijders
en sleeprails af.
13. Wanneer de deuren zich probleemloos
laten openen en sluiten, schroeft u de
koelkast vast aan het inbouwmeubel.
Gebruik daarvoor boven 3 korte
schroeven (23) en onder de beide lange
schroeven (22).
(19
)
deuren
zich
(23)
(22
)
(24
)
14. Druk bij geopende deur het
afdichtprofiel in de spleet tussen de
koelkast en de inbouwkast. De inbouw
is daarmee afgesloten.
Basisreiniging
Om de geur te verwijderen, die alle nieuwe
apparaten hebben, reinigt u het apparaat,
voor u het gebruikt (zie „Koelgedeelte
reinigen"
en
zie
„Vriesvak
en reinigen" op pagina 99).
Alles wat belangrijk is voor de
bediening vindt u vanaf pagina 91.
Pagina 106
ontdooien