5.3
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN
Breng de elektrische verbindingen tot stand terwijl er geen spanning
aanwezig
is
en
met
inachtneming
veiligheidsvoorschriften. Volg daarbij strikt het schema in figuur 6 en
de bijbehorende legenda.
Controleer of de netspanning overeenkomt met de spanning die wordt
aangegeven op het plaatje van het apparaat.
De gearceerde elektrische verbindingen moeten door de installateur worden
gelegd.
Voor iedere luchtconvector dient u op het stroomnet een schakelaar (IL) in
te calculeren met een afstand van minstens 3 mm tussen de verbreekcontacten
en een zekering (F) die adequate bescherming biedt.
In de schakelschema's worden de volgende afkortingen gebruikt:
BK
Zwart = Hoogste snelheid
BU
Blauw = Gemiddelde snelheid
CN
Connector met zelfborgende moer
F
Zekering, niet bijgeleverd
GNYE Geel/groen = aarding
IL
Lijnschakelaar, niet bijgeleverd
M
Motor
RD
Rood = Laagste snelheid
W H Wit = algemeen
1
Bij bediening (accessoire)
6
CONTROLEREN VAN DE WERKING
Controleer of het apparaat volledig waterpas staat en of de condensafvoer
niet wordt geblokkeerd (gevallen stukjes mortelkalk enz.).
Controleer de afdichting van de hydraulische verbindingen (bij de
warmtewisselaar en de condensafvoer).
Controleer of de elektrische kabels goed zijn aangesloten.
Controleer of alle lucht uit de warmtewisselaar is verwijderd.
Monteer de behuizing (indien aanwezig).
Zet de stroomtoevoer naar de ventilatorconvector open en controleer de
werking.
7
GEBRUIK
Zie voor het gebruik van de ventilatorconvector de aanwijzingen van het
bedieningspaneel, dat als accessoire verkrijgbaar is.
De uitblaasroosters op de behuizing (FL en FU) kunnen 180° worden
gedraaid, zodat de luchtstroom rechtstreeks in het vertrek of naar de wand
waarop die is geïnstalleerd wordt uitgeblazen.
De uitblaasroosters en de zijdeurtjes zijn op de behuizing vastgeklemd.
Alvorens u ze demonteert om ze op een andere wijze te richten, dient u de
stroomtoevoer naar de ventilatorconvector uit te schakelen en
veiligheidshandschoenen aan te trekken.
8
ONDERHOUD
Om veiligheidsredenen dient u alvorens u met onderhouds- of
reinigingswerkzaamheden begint het apparaat uit te schakelen
door de snelheidsschakelaar op "uit" en de lijnschakelaar op "0"
(OFF) te zetten.
Let goed op bij het verrichten van onderhoud: sommige metalen
onderdelen kunnen verwondingen veroorzaken; draag daarom
veiligheidshandschoenen.
De estro ventilatorconvectoren hebben geen speciaal onderhoud nodig.
U kunt volstaan met regelmatig het luchtfilter te reinigen.
Pas na 100 bedrijfsuren zal de frictie waarmee de motor in het begin te
maken krijgt zijn verdwenen.
Start het apparaat de eerste keer op de hoogste bedrijfssnelheid.
Neem voor een goede werking van de estro ventilatorconvectoren de volgende
punten in acht:
- zorg ervoor dat het luchtfilter altijd schoon is;
- giet geen vloeistoffen in het apparaat;
- steek geen metalen onderdelen in het uitblaasrooster;
- zorg ervoor dat de luchtuitvoer en -invoer niet belemmerd worden.
Controleer wanneer u de ventilatorconvector wilt inschakelen en deze lange
tijd niet hebt gebruikt of er geen lucht in de warmtewisselaar aanwezig is.
Alvorens u de koelfunctie gaat gebruiken, dient u het volgende te controleren:
- of de condensafvoer op de juiste wijze plaatsvindt;
- of de ribben van de warmtewisselaar niet worden geblokkeerd door vuil.
Reinig deze eventueel met perslucht of damp met een lage druk, zonder
de ribben te beschadigen.
È severamente vietata la riproduzione anche parziale di questo manuale / All copying, even partial, of this manual is strictly forbidden
9
Om veiligheidsredenen dient u alvorens u met onderhouds- of
van
de
geldende
reinigingswerkzaamheden begint het apparaat uit te schakelen door
de snelheidsschakelaar op "uit" en de lijnschakelaar op "0" (OFF) te
zetten.
Reinig het luchtfilter ten minste een keer per maand en voorafgaand aan
elke gebruiksperiode (voor elke verhittingsperiode en elke
airconditioningperiode).
Ga bij het reinigen van het luchtfilter als volgt te werk (figuur 7, pagina 20):
- versie FL: draai de schroeven die een kwartslag gedraaid zijn en die het filter
aan de behuizing bevestigen 90° en verwijder het filter
- bij de inbouwversie FC krijgt u toegang tot de ventilatorconvector via het
inspectieluikje en verwijder het filter door de bevestigingsbeugels 90° te
draaien;
- versie FU: verwijder de luchtfilters in de afzuigroosters op het voorpaneel van
de behuizing;
- reinig het filter met lauw water of, in geval van droge stof, met perslucht;
- plaats het filter nadat u het hebt laten drogen.
Het is raadzaam het luchtfilter jaarlijks te vervangen. Gebruik daarvoor
een origineel exemplaar. De modelaanduiding van de ventilatorconvector is
vermeld op het identificatieplaatje binnenin op de zijkant.
Mocht de behuizing moeten worden gereinigd, ga dan als volgt te werk:
- gebruik een zachte doek;
- giet nooit vloeistoffen op het apparaat, omdat daardoor het gevaar van
elektrische schokken en beschadiging van de interne onderdelen bestaat;
- gebruik nooit agressieve chemische oplosmiddelen; reinig het uitblaasrooster
nooit met heet water.
10
Als de ventilatorconvector niet goed functioneert, voer dan de controles in de
onderstaande tabel uit alvorens de servicedienst in te schakelen. Mocht
het probleem niet kunnen worden verholpen, wend u dan tot uw verkoper
of tot de servicedienst.
Probleem
De ventilatorconvector werkt
niet
De ventilatorconvector
verwarmt of koelt weinig
De ventilatorconvector
"verliest" water
15
REINIGEN
OPSPOREN VAN STORINGEN
Oorzaak
1 De stroom ontbreekt
2 De differentieelschakelaar
is gesprongen
3 De aan-/uitschakelaar staat
op 0
1 Het luchtfilter is vuil of
verstopt
2 De aanzuiging of de afvoer
van de lucht wordt
belemmerd.
3 Er zit lucht in de
warmtewisselaar
4 Er staan ramen en deuren
open.
5 De lage bedrijfssnelheid is
ingesteld.
1 Het apparaat is niet
waterpas gemonteerd.
2 De condensafvoer zit
verstopt
Oplossing
1 Geef weer stroom.
NL
2 Vraag om een ingreep door
de assistentiedienst
3 Start het apparaat door de
schakelaar op I te zetten.
1 Maak het luchtfilter schoon.
2 Verwijder het obstakel
3 Vraag om een ingreep door
de installateur
4 Doe deuren en/of ramen
dicht.
5 Stel de midden of hoge
snelheid in.
1 Vraag om een ingreep door
de installateur.
2 Vraag om een ingreep door
de installateur
FC66000611 - 04