NL
welke wijze de modifi ëren. Het is verboden om stekkeradapters met geaarde elektrotoestellen te gebruiken.
Een niet-gemodifi eerde stekker verkleint het risico op elektrocutie.
Vermijd contact met geaarde oppervlakken zoals buizen, verwarmingstoestellen of koelkasten. Aarding van het lichaam
vergroot het risico op elektrocutie. Stel elektrotoestellen niet bloot aan atmosferische neerslag of vocht. Water en vocht die
binnen het elektrotoestel raakt, vergroot het risico op elektrocutie.
Overbelast de voedingskabel niet. Gebruik de voedingskabel niet om de stekker van de voedingskabel te dragen, te
trekken of de stekker uit de netwerkdoos te ontkoppelen. Vermijd contact van de voedingskabel met warmte, oliën,
scherpe randen of bewegende delen. Beschadiging of verstrengeling van de voedingskabel vergroot het risico op elektrocutie.
In geval van uitvoering van de werkzaamheden buiten de gesloten ruimte dienen verlengsnoeren bestemd voor werking
buiten gesloten ruimtes te worden gebruikt. Gebruik van een verlengsnoer die aangepast is voor buitenwerking verkleint het
risico op elektrocutie.
In geval wanneer het gebruik van het elektrotoestel in een vochtig milieu niet kan worden vermeden, dient een aardlekschake-
laar (RCD) te worden gebruikt als bescherming tegen de voedingsspanning. Gebruik van RCD verkleint het risico op elektrocutie.
Persoonlijke veiligheid
Blijf alert, wees bewust wat er wordt verricht en gebruik gezond verstand tijdens de werking met een elektrotoestel Ge-
bruik het elektrotoestel niet bij vermoeidheid of onder invloed van drugs of geneesmiddelen.
Zelfs een moment van onoplettendheid kan tot ernstige persoonlijke letsels leiden.
Gebruik persoonslijke beschermingsmidddelen. Draag altijd een veiligheidsbril. Gebruik van persoonlijke beschemringsmid-
delen zoals antistofmaskers, anti-slip veiligheidsschoenen, helmen en oorbeschermers verkleint het risico op ernstige letsels.
Zorg ervoor dat het toestel niet toevallig wordt ingeschakeld. Controleer of de elektrische schakelaar in positie „uit-
geschakeld" staat alvorens de voeding en/of de accu aan te sluiten of het elektrotoestel op te heff en of te verplaatsen.
Verplaatsen van het elektrotoestel met de vinger op de schakelaar of het aansluiten van het elektrotoestel wanneer de schakelaar
zich in positie „ingeschakeld" bevindt, kan tot ernstige letsels leiden.
Alvorens het elektrotoestel uit te schakelen, verwijder alle sleutels en andere instrumenten die gebruikt werden voor de
afstelling. Een achtergelaten sleutel op roterende onderdelen van het elektrotoestel kan ernstige letsels veroorzaken. Reik niet
en hel niet te ver over. Neem een stabiele houding gedurende de uitvoering van de werkzaamheden aan. Dit zal een betere
controle over het elektrotoestel mogelijk maken tijdens onverwachte situaties.
Draag gepaste kledij. Gebruik geen losse kledij en draag geen juwelen. Houd het haar en de kledij ver van bewegende on-
derdelen van het elektrotoestel. Losse kledij, juwelen of lang haar kunnen worden vastgegrepen door de bewegende onderdelen.
Indien de toestellen aangepast zijn tot het aansluiten van stofafzuiging-of ophoping, controleer of ze correct aangesloten
en gebruikt werden. Gebruik van stofafzuiging verkleint het risico op stofgerelateerde gevaren.
Zorg ervoor dat de verworven ervaring van veelvuldig gebruik van het elektrotoestel er niet toe zal leiden dat de veilig-
heidsvoorschriften roekeloos worden genegeerd. Roekeloze handelingen kunnen in een fractie van een seconde ernstige
letsels veroorzaken.
Gebruik en zorg voor het elektrotoestel Overbelast elektrotoestel niet. Gebruik het elektrotoestel bestemd voor de ge-
kozen toepassing.
Een geschikt elektrotoestel zal een betere en veilige werking garanderen indien het gebruikt voor de ontwikkelde belasting wordt.
Gebruik het elektrotoestel niet indien de elektrische schakelaar het in- en uitschakelen niet mogelijk maakt. Het elektro-
toestel dat niet controleerbaar is met behulp van de netwerkschakelaar is gevaarlijk en dient door de technische dienst te worden
hersteld. Ontkoppel de stekker van de voedingskabel van de netwerkdoos en/of demonteer de accu, indien hij van het
elektrotoestel kan worden ontkoppeld alvorens het elektrotoestel af te stellen, accessiores te vervangen of op te slagen.
Zulke voorzorgsmaatregelen zullen ervoor zorgen dat een toevallige inschakeling van het elektrotoestel wordt vermeden.
Bewaar het toestel op een plaats die ontoegankelijk voor kinderen is. Laat personen die niet vertrouwd zijn met de
instructie het elektrotoestel niet gebruiken. Elektrotoestellen kunnenin handen van ongeschoolde gebruikers gevaarlijk zijn.
Onderhoud het elektrotoestel en zijn accessoires. Controleer het elektrotoestel op het gebied van slechte aanpassingen
of het klem zitten van bewegende onderdelen, beschadiging van onderdelen en om het even welke andere omstandgihe-
den die de werking van het elektrotoestel kunnen beïnvloeden. Schade dient te worden hersteld alvorens het elektrotoe-
stel te gebruiken. Vele ongevallen worden veroorzaakt door slecht onderhoud van het elektrotoestel.
Snijdende werktuigen dienen proper en scherp te zijn. Snijdende werktuigen met scherpe randen die goed onderhouden zijn
zullen zich minder beklemmen en kunnen tijdens de werking beter worden gecontroleerd.
Gebruik elektrotoestellen, accessoires en aanvullende werktuigen ed. overeenkomstig met deze instructie en houd re-
kening met hun soort en de arbeidsomstandigheden. Gebruik van toestellen bestemd voor andere werkzaamheden dan hun
bestemming kan een gevaarlijke situatie veroorzaken.
Houd het handvat en de oppervlakken bestemd om te worden gegrepen altijd droog, proper en vrij van olie en vet. Gladde
handvaten en oppervlakken laten geen veilig gebruik toe en houden het elektrotoestel niet onder controle in gevaarlijke situaties.
Herstellingen
Laat het elektrotoestel herstellen enkel bij de bevoegde technische diensten die originele reserveonderdelen gebruiken.
Dit zal de gepaste veiligheid van het elektrotoestel garanderen.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
101