4.
BEDIENING
4.1 INSTELLING VAN DE DRAAIDOPPEN
4.2 INSTELLING VAN DE OOGAFSTAND
Om één enkel rond beeld te zien moet u de
beide helften van de verrekijker zo ver uit
elkaar trekken tot er geen storende schadu-
wen meer optreden.
46
CL POCKET MOUNTAIN / NL
CL POCKET MOUNTAIN / DE
Gebruik zonder bril:
Draai beide draaidop-
pen (tegen de wijzers
van de klok in) tot de
aanslag eruit.
Gebruik met bril:
Draai beide draaidop-
pen (met de wijzers
van de klok mee) tot
de aanslag erin.
4.3 INSTELLING VAN DE BEELDSCHERPTE
4.4 DIOPTRIE-CORRECTIE
Om een optimale beeldkwaliteit te bereiken
moet het eventueel verschillende gezichts-
vermogen tussen het linker en het rechter
oog worden gecompenseerd.
Gebruik bij gelijk gezichtsvermogen van beide ogen:
Gebruik bij verschillend gezichtsvermogen van
beide ogen:
1. Kijk met het linker oog door het linker
oculair en stel met het scherpstelwieltje de
beeldscherpte van een gekozen object in.
2. Kijk nu met het rechteroog door het
CL POCKET MOUNTAIN / NL
CL POCKET MOUNTAIN / DE
Door draaien van het
scherpstelwieltje kunt
u elk object van de
kortste instelafstand
(zie technisch gege-
vensblad) tot oneindig
scherp stellen.
De dioptrie-correctie
is ingesteld op „nul".
47