NL
Lokaliseren van storingen
Als de ventilatoren niet functioneren of niet goed
blazen, controleer dan het volgende:
• Of het aanzuigrooster/filter vuil is.
• Controleer de functies en instellingen
van het regelsysteem SIRe, zie de SIRe-
handleiding.
Als er geen warmte is, controleer dan het volgende:
• Controleer de functies en instellingen
van het regelsysteem SIRe, zie de SIRe-
handleiding.
Voor eenheden met elektrische verwarming, contro-
leer ook het volgende:
• Voeding naar de elektrische verwarming;
controleer zekeringen en onderbreker
(indien aanwezig).
• Of de oververhittingsbeveiliging voor de
motoren niet is geactiveerd.
Voor eenheden met waterbatterij, controleer ook het
volgende:
• Of de waterbatterij is ontlucht.
• Of de waterstroom voldoende is.
• Of het inkomende water voldoende
verwarmd is.
Als de storing niet kan worden verholpen,
neem dan contact op met een gekwalificeerde
onderhoudsmonteur.
Reststroomonderbreker (E)
Als de installatie wordt beveiligd met een
reststroomonderbreker die inschakelt
wanneer het apparaat wordt aangesloten,
kan dit worden veroorzaakt door vocht in het
verwarmingselement. Als een apparaat met
verwarmingselement lange tijd niet is gebruikt
of in een vochtige omgeving is opgeslagen,
kan er vocht in het element komen.
Dit moet niet worden gezien als een storing,
maar kan eenvoudig worden verholpen door
het apparaat via een contactdoos zonder een
veiligheidsschakelaar op de netvoeding aan
te sluiten, zodat het vocht uit het element
kan worden verwijderd. De droogtijd kan
variëren van enkele uren tot een paar dagen.
Uit voorzorg moet de eenheid af en toe korte
tijd draaien als deze langere tijd niet wordt
gebruikt.
68
Veiligheid
• Voor alle installaties van elektrisch
verwarmde producten moet een
reststroomonderbreker van 300 mA voor
brandbeveiliging worden gebruikt.
• Houd het gebied rond de aanzuig- en
uitblaasroosters vrij van obstakels!
• Tijdens bedrijf kunnen de oppervlakken
van de eenheid heet zijn!
• De eenheid mag niet geheel of gedeeltelijk
worden bedekt met kleding of vergelijkbare
materialen, omdat oververhitting tot
brandgevaar kan leiden! (E)
• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik
door personen (waaronder kinderen)
met een verminderde lichamelijke,
sensorische of geestelijke gesteldheid, of
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
ze in de gaten gehouden worden door of
gebruiksinstructies voor het apparaat
hebben ontvangen van iemand die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten in de gaten worden
gehouden om er zeker van te zijn dat ze
niet met het apparaat gaan spelen.