Bediening
5.6
Uitprint van de data op
de thermische printer
5.7
Weergave van de kleinste en de grootste gemeten waarden
112
Via een infrarood-interface kunnen de waarden op
een thermische printer worden overgedragen en
uitgeprint.
•
Druk in de normale meetmodus kort op de
HOLD/MIN/MAX-toets, om de waarde vast te
houden.
Druk in de vasthoudmodus 2 seconden lang
•
op de HOLD/MIN/MAX-toets, om de data-
overdracht aan de thermische drukker te
starten.
WENK!
Let u er daarbij wel op, dat de infrarood-interface
van het meetapparaat direct tegenover die van de
thermische printer ligt.
De overdracht van de data en het uitprinten op de
thermische drukker begint. In het display van de
schoepenradanemometer knippert „Print", tot de
overdracht voltooid is.
Op de uitprint verschijnen de waarden van alle
meetkanalen, niet alleen van degene die in het
display verschijnen. Bovendien wordt het in de
setupmodus ingevoerde oppervlak van de
luchtuitlaat uitgeprint, als gedurende het printen de
uitleesunit niet in een Wöhler meetrechter is
gemonteerd. Is een Wöhler meetrechter
gemonteerd, dan wordt automatisch het
meetoppervlak van de meetrechter geprint, welke
de interne software gebruikt heeft voor de
berekening van de volumestroom.
WENK!
Het printen moet direct na een meting worden
uitgevoerd, waarbij de uitleesunit in de Wöhler
meettrechter gemonteerd moet blijven.
Houd in de normale meetmodus de HOLD-
•
/MIN/MAX-toets 3 seconden lang ingedrukt.
De kleinste gemeten waarde wordt weergegeven.
In het display verschijnt MIN.