OPMERKING: De ketting is juist gespannen als
deze niet door zijn eigen gewicht doorhangt aan de
onderkant van de geleider (wanneer de kettingzaag
rechtop wordt gehouden), maar de ketting nog wel
vrij om de geleider kan bewegen.
DE SPANNING AFSTELLEN
1. Hef de hendel op de bevestigingsknop van de
geleider en draai hem 1 slag linksom om het
koppelingsdeksel los te draaien.
BRANDSTOFTANK VULLEN
a WAARSCHUWING: Verwijder de dop
langzaam als u brandstof bij wilt vullen.
BELANGRIJK: Dit apparaat is ontworpen voor gebruik
van loodvrije benzine met een octaangetal van
minimaal 90 (RON) met maximaal 10 vol.-% ethanol
(E-10). Vóór gebruik moet de benzine gemengd
worden met een hoogwaardige synthetische motorolie
voor luchtgekoelde 2-taktmotoren die is ontworpen op
een mengverhouding van 50:1.
GEBRUIK GEEN olie voor motorvoertuigen of
vaartuigen. Deze olie beschadigt de motor. Volg
bij het mengen van brandstof de instructies op de
verpakking. Nadat de olie is toegevoegd aan de
benzine moet u de container even goed schudden om
er zeker van te zijn dat de brandstof goed gemengd
is. Lees voor het vullen van uw machine met brandstof
altijd de veiligheidsvoorschriften en volg deze op.
Schaf brandstof aan in hoeveelheden die binnen 30
dagen gebruikt kunnen worden, om ervoor te zorgen
dat de brandstof vers is.
136
136
136
BRANDSTOFHANTERING
OPMERKING: Wanneer u de kettingspanning
afstelt, moet de bevestigingsknop van de geleider
slechts handvast zijn gedraaid. Als u probeert de
ketting te spannen terwijl de bevestigingsknop van
de geleider vastzit, kan hierdoor schade ontstaan.
2. Draai de spanring rechtsom tot de ketting
volledig contact maakt met de onderkant van de
geleiderail.
A
A = linksom (losdraaien)
B = rechtsom (aanhalen)
3. Zet de hendel op de bevestigingsknop van de
geleider terug in de originele stand.
a WAARSCHUWING: Het niet in de originele
stand terugzetten van de hendel op de
bevestigingsknop van de geleider kan leiden
tot ernstig letsel of beschadiging van uw
kettingzaag.
LET OP: Gebruik nooit zuivere benzine in uw
apparaat. Dit leidt tot blijvende motorschade en het
vervallen van de beperkte garantie. Gebruik geen
alternatieve brandstoffen zoals mengsels met meer
dan 10 vol.-% ethanol (E-15, E-85) of brandstof
gemengd met methanol. Het gebruik van deze
brandstoffen kan de prestaties en levensduur van
de motor in hoge mate nadelig beïnvloeden.
Benzine, liter
5
10
15
20
SMERING VAN GELEIDER EN
KETTING
De geleider en de ketting moeten voortdurend worden
gesmeerd. Het automatische smeersysteem zorgt
voor de smering, mits de olietank tijdig wordt bijgevuld.
Bij een tekort aan olie gaan de geleider en de ketting
snel kapot.
Een tekort aan olie leidt tot oververhitting, die te
herkennen is doordat er rook van de ketting komt en/
of door verkleuring van de geleider. Bij vorst wordt
de olie dikker, waardoor deze moet worden verdund
met een kleine hoeveelheid (5 tot 10%) hoogwaardige
diesel of kerosine. De olie voor de geleider en ketting
moet vrij door het oliesysteem kunnen stromen,
zodat er voldoende olie wordt rondgepompt voor een
adequate smering.
Speciale olie voor geleiders en kettingen wordt
aanbevolen om uw apparaat te beschermen tegen
B
Tweetaktolie, liter
0,10
0,20
0,30
0,40