ZAAGKETTING SLIJPEN
De snijder
De zagende delen van een zaagketting worden
zaagschakels genoemd en bestaan uit een snijtand (A) en
een dieptestellernok (B).
De snijdiepte van de snijder wordt bepaald door het
hoogteverschil tussen deze beide punten, oftewel de
instelling van de dieptesteller (C).
Bij het slijpen van snijtanden moet u rekening houden met
vier belangrijke factoren:
• Vijlhoek.
• Snijhoek.
• Vijlpositie.
• Diameter van de ronde vijl.
Snijtanden slijpen
Gebruik voor het slijpen van de snijtanden een ronde
vijl en een vijlmal. Zie het gedeelte TECHNISCHE
GEGEVENS van deze handleiding voor informatie over
de aanbevolen breedte van de vijl en de vijlmal voor de
zaagketting die op uw apparaat is aangebracht.
1. Zorg ervoor dat de zaagketting correct is gespannen.
Een slappe ketting kan zijwaarts bewegen, waardoor
hij moeilijker op de juiste manier geslepen kan worden.
2. Vijl alle tanden eerst aan de ene kant. Vijl de
snijtanden vanaf de binnenkant en oefen minder druk
uit tijdens het terughalen van de vijl.
3. Draai het product om en vijl de tanden aan de andere
kant.
4. Vijl zo dat alle tanden even lang zijn. Wanneer
de lengte van de snijtanden slechts 4 mm (5/32")
bedraagt, is de zaagketting versleten en moet deze
worden vervangen.
Hoogte van de dieptesteller aanpassen
Slijp de snijtanden voordat u de instelling van de
dieptesteller aanpast. Wanneer u de zaagtanden (A)
slijpt, neemt de instelling van de dieptesteller (C) af.
Om de maximum zaagcapaciteit te behouden, moet de
dieptestellernok (B) verlaagd worden tot de aanbevolen
hoogte. Zie het gedeelte TECHNISCHE GEGEVENS
van deze handleiding voor de juiste instelling van de
OPMERKING: Bij deze aanbeveling wordt ervan
uitgegaan dat de lengte van de snijtanden niet
abnormaal afgevijld werd.
Gebruik een platte vijl en een vijlmal om de hoogte van de
dieptesteller aan te passen.
1. Plaats de vijlmal op de zaagketting. Gedetailleerde
informatie over het gebruik van de vijlmal staat op de
verpakking van de vijlmal.
145
145
145