Smering
Smering is een essentieel deel van het preventief onderhoud en
beïnvloedt in aanzienlijke mate de nuttige levensduur van het
toestel. De machine heeft verschillende smeermiddelen nodig
en sommige componenten in het toestel moeten vaker
gesmeerd worden dan andere.
We geven hier geen specifieke aanbevelingen inzake merken
en kwaliteiten van smeermiddelen wegens mogelijke regionale
verschillen, beschikbaarheid, werkomstandigheden en de
continue ontwikkeling van verbeterde producten. Bij eventuele
vragen verwijzen we naar de voorschriften en specificaties in de
handleiding van de fabrikant.
Alle oliepeilen moeten gecontroleerd worden met de machine
op een effen horizontal oppervlak, en met koude olie, tenzij
anders opgegeven.
Controle van het brandstofpeil
1. Stop de motor en open de stop van de brandstoftank.
2. Gebruik enkel loodvrije benzine.
3. Sluit de brandstofkraan vooraleer de brandstoftank te vullen.
4. Bij het vullen van de brandstoftank moet u altijd de
brandstoffilter (zeef) gebruiken.
5. Veeg alle gemorste benzine op vooraleer de motor te
starten.
WAARSCHUWING
Brandstof is ontvlambaar. Kan letsels en schade aan
eigendommen veroorzaken.
Leg de motor stil, doof alle open vuur en rook niet bij het
vullen van de tank.
Veeg alle gemorste benzine altijd op.
DAGELIJKS ROUTINEONDERHOUD (OF OM DE 10 UUR)
Het is aan te bevelen de volgende stappen uit te voeren aan het
begin en na afloop van elke ploeg van 8 tot 10 uur werken, of
dagelijks (wat zich het eerste voordoet).
Motorolie
Controleer het oliepeil in de motor aan het begin van elke dag en
houd het op het maximumpeil op de peilstaaf. Breng de peilstaaf
aan en controleer of het peil de maximummarkering op de staaf
bereikt. De peilstaaf niet vastschroeven. Dit geeft een verkeerde
meting. Vul indien nodig motorolie bij. Zie "MAANDELIJKS
ROUTINEONDERHOUD (OF OM DE 100 UUR)".
Brandstof
•
De motor stilleggen alvorens brandstof bij te vullen.
•
Reinig de zone rond de dop van de brandstoftank alvorens
deze weg te nemen.
•
Vul de tank met loodvrije benzine.
•
Niet te vol doen. Het correcte niveau wordt aangegeven
door het rode merkteken op de inlaat.
•
Reinig rond de dop van de brandstoftank na het vullen.
Luchtfilter
Controleer de luchtfilter dagelijks als de machine in een stoffige
omgeving werkt. Houd het luchtfilterelement schoon.
Om het element te reinigen:
1. Draai de vlindermoer van het luchtfilterdeksel los en
verwijder het filterdeksel.
2. Controleer het binnenste element.
3. Het binnenste element niet wassen aangezien er een
element van het natte type wordt gebruikt.
4. Vervang het binnenste element als de motor niet goed
draait.
5. Monteer het element in de kast en draai de vlindermoer
vast.
Als het luchtfilterelement ernstig vervuild is, kan de motor
slecht of niet starten, te weinig vermogen hebben of
onregelmatig lopen.
Bevestigingselementen
Controleer alle bevestigingselementen om er zeker van te
zijn dat ze stevig vastgedraaid zijn en er niets ontbreekt of
gebroken is.
BXR-100H Trilplaat met dubbele trilrichting
13-NL
Bedienings- en Onderhoudshandleiding
OPGELET
NL