4.1
Het bevestigen
van de
drukmanchet
4.2
De correcte
meetpositie
4.3
Het meten van
de bloeddruk
Enkelmeting
Steek het losse uiteinde van de luchtslang van het bovenarm-manchet
daarvoor bestemde aansluiting
vorm het tot een ring die u vervolgens op uw naakte linker bovenarm boven
de elleboog schuift. Let op dat de arm niet door het omslaan van de (even-
tueel te nauwe) bovenarmkleding afgebonden wordt. Plaats de manchet-
beugel nooit boven de arterie, omdat anders onjuiste bloeddrukwaarden op-
geleverd worden.
De slang van het manchet moet zodanig in het midden van de binnenkant van
de elleboog zijn geplaatst dat het in richting van de pols wijst. Het manchet zelf
mag niet worden verdraaid. Sluit het drukmanchet zodanig dat deze nauw
sluit, maar niet afsnoert. Trek hiervoor aan het uit de manchetbeugel komen-
de uiteinde van het manchet en druk dit vast op de klittenbandsluiting.
• Neemt u tijdens de meting ergens plaats.
• Ontspan uw arm en steun deze losjes bijv. op een tafel.
Blijf rustig tijdens de meting: beweeg en spreek niet, omdat hierdoor de
meetresultaten worden beïnvloed.
a. Druk op de START-toets
• Alle symbolen verschijnen ca. twee seconden lang in het display
• Vervolgens wordt het manchet
druk door getallen aangegeven.
• Als u tijden het opblazen op de START-toets
blaasprocedure gestopt. Het instrument wordt uitgeschakeld en de lucht
in het manchet wordt uitgelaten.
b. Wanneer het opblazen is voltooid, wordt de meting automatisch gestart
terwijl de lucht binnen het manchet langzaam uitgelaten wordt. De in het
display getoonde waarde komt overeen met de actuele waarde van de druk
binnen het manchet.
De manchet wordt eerst met gelijkmatige snelheid ontlucht. Wanneer de pols
de eerste keer kan worden vastgesteld, wordt de ontluchting met de hartslag
gesynchroniseerd totdat de meting is voltooid. Dit gebeuren gaat gepaard met
een pieptoon, tegelijkertijd knippert het hartsymbool
tooid, zodra de manchet plots wordt ontlucht en naast de aanduidingen SYS,
DIA en PUL waarden samen met de WHO-bloeddrukbalkindicatie
weergegeven.
Indien tijdens de meting door het apparaat een afwijkende ritme wordt vast-
gesteld, dan knippert het symbool van de afwijkende ritme
display.
4 Het Gebruik
aan het instrument. Open het manchet en
.
opgeblazen. Hierbij wordt de stijgende
NL
in de
.
drukt, wordt de op-
. De meting is vol-
worden
in het
91