Controles (aan het voorbeeld Duitsland):
R
De ondernemer moet ervoor zorgen dat de elek-
trische installaties en bedrijfsmiddelen door een
elektricien of onder leiding en toezicht van een
elektricien op hun correcte toestand worden gecon-
troleerd:
$
Voor de eerste inbedrijfstelling.
$
Na een wijziging of reparatie voor de hernieuwde
inbedrijfstelling.
$
In bepaalde tijdsintervallen. De termijnen moe-
ten zodanig worden vastgelegd, dat defecten
waarmee rekening moet worden gehouden, tijdig
worden vastgesteld.
R
Bij de controle moeten de overeenkomstige elektro-
technische regels in acht worden genomen.
R
Op wens van de wettelijke ongevallenverzekering
moet een controleboek met bepaalde registraties
worden bijgehouden.
Robert Bosch GmbH
Veiligheidsinstructies | TTM 2104 / TTM 2204 | 173 | nl
3.
Veiligheidsinstructies
3.1
Netspanningen
In het lichtnet en in elektrische installaties van
motorvoertuigen treden gevaarlijke spannin-
gen op.
Veiligheidsmaatregelen:
¶
Vermijd het contact met onderdelen, die onder
stroom staan of waarvan de isolatie is beschadigd.
¶
TTM 2104 / TTM 2204 alleen op reglementair geaarde aanslui-
ting aansluiten.
¶
Elektrische aansluiting alleen door elektrotechnicus.
¶
Leidingen met beschadigde isolatie vervangen.
¶
De elektrische uitrusting elke 2 jaar samen met de
inspectiedienst inspecteren resp. controleren en
gebreken onmiddellijk verhelpen.
¶
Vóór onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de
stekker eruit trekken of bij vast gelegd netsnoer de
hoofdschakelaar voor de stroomvoorziening uitscha-
kelen.
3.2
Struikelgevaar
Bij test- en instelwerkzaamheden bestaat extra
struikelgevaar door sensor- en verbindingska-
bels.
Veiligheidsmaatregelen:
¶
Leg de aansluitkabels zo dat niemand erover kan
struikelen.
3.3
Oogbescherming
Er zijn geen voorschriften en geen maatregelen
nodig.
Aanbeveling: zo mogelijk niet in de stralingsbron kijken.
Gebruik eventueel een gekleurde bril (OD1, optische
dichtheid).
|
1 691 206 005
2019-02-25