nl |
176 | TTM 2104 / TTM 2204 | Meetprocedure
6.
Meetprocedure
6.1
TTM 2104 / TTM 2204 inschakelen
Voedingsspanning voor TTM 2104 / TTM 2204 via de hoofdschake-
laar van de besturingskast inschakelen.
Na 30 seconden moeten de verlichtingen van bei-
de meeteenheden 3 maal knipperen, aansluitend
constant branden.
"
Dit betekent "bedrijfsklaar".
i
Zodra een object in het registratiegebied enkele cen-
timeters boven het glasvenster binnenkomt, schakelt
de verlichting naar de meetmodus (het licht wordt
helderder).
i
Voer ter controle van het meetsysteem een testrit
uit.
6.2
TTM 2104 / TTM 2204 -software oproepen
1. Web-browsers starten (Tablet, PC, Smart-TV).
2. bij de installatie geconfigureerde IP-adres van de
meeteenheid "Master" in het adresveld invoeren.
3. Getoonde pagina als startpagina vastleggen (zie
online-help van de browser).
i
Wanneer de TTM 2104 / TTM 2204 -software als :startpagina is
ingesteld, wordt deze bij het starten van de web-
browser automatisch of bij de keuze van de Home-
toets getoond.
|
1 691 206 005
2019-02-25
6.3
Instelwaarden voor het overrijden
¶
Volgende voertuiggegevens in acht nemen:
Functie
Aantal assen
Asbelasting
Wielbelasting
Spoorbreedte
Breedte band
profieldiepte
Bodemvrijheid
Hoogteverschil voertuigwielen links
ten opzichte van rechts
Snelheid bij het oversteken
i
Bij een asafstand van 2,5 m duurt het oversteken
met 0,5 km/h 21 s, een oversteek met 8 km/h duurt
1,6 s.
i
Bij sterk geveerde voertuigen: TTM 2104 / TTM 2204 niet te snel
oversteken om verplaatsing van de onderbodem te
voorkomen.
¶
Vervuilde voertuigbanden (modder, sneeuw, stenen
in de profielgroeven) voor het oversteken reinigen.
¶
Vervuiling van de TTM 2104 / TTM 2204 -vensters controleren.
Vensters eventueel reinigen.
i
Een vervuild venster veroorzaakt een foutieve me-
ting.
¶
Oversteken in de rijrichting, zo veel mogelijk in het
midden.
¶
Oversteken met gelijkblijvende snelheid. Stoppen is
niet nodig.
¶
Tijdsafstand tussen het oversteken van de eerste as
en het oversteken van de tweede as moet minder
zijn dan 10 seconden.
¶
Na het oversteken doorrijden of de motor uitzetten.
i
Wanneer het voertuig met draaiende motor met de
uitlaat boven de diagnose-opening gestopt, dan kan
dit de glasvensters doen beslaan.
i
De diepte van het profiel varieert over de wielom-
trek. Daarom treden bij herhaald overrijden afwijkin-
gen van de meetwaarde op.
Specificatie
2
tot 4 t
tot 2 t
1080 mm - 1820 mm
110 mm - 300 mm
0,5 mm - 8,0 mm
min. 110 mm
max. 30 mm
0,5 km/h - 8 km/h
Robert Bosch GmbH