5.1.5 Terugslagklep
De DN 80 terugslagklep bevat een aftapschroef om de inwendige
klep op de tillen teneinde de persleiding leeg te laten lopen in
geval van onderhoud of service. De klep is ontworpen en getest
conform EN12050-4. Zie afb. 5.
Draai de vergrendelmoer een beetje los voordat de
N.B.
aftapschroef wordt gedraaid.
Afb. 5 (Dubbele) terugslagklep, vlinder-type, DN 80
5.1.6 Niveausensor
De piëzoresistieve druksensor in de regelaar is aangesloten via
een slang op een drukleiding in de tank. De schroefdop waarop
de slang is aangesloten bevat een aansluiting voor een DN 100
leiding. Deze leiding, de drukleiding, gaat door tot in de tank. Het
stijgende vloeistofniveau comprimeert de lucht binnenin de druk-
leiding en de slang, en de piëzoresistieve sensor transformeert
de veranderende druk in een analoog signaal. De besturingskast
gebruikt het analoge signaal om de pomp in en uit te schakelen
en om het alarm 'hoog water' weer te geven. De drukleiding zit
vast onder de schroefdop en kan eruit worden gehaald voor
onderhoud, service en om de binnenkant van de leiding te reini-
gen. Een O-ring zorgt voor afdichting.
De slang wordt geleverd in lengtes van 4 of 10 m. De slang moet
worden aangesloten op de regelaar.
Afb. 6 Schroefdop met slang en DN 100 leiding
5.2 LC 221 regelaar
De LC 221 is een niveauregelaar speciaal ontworpen voor het
regelen en bewaken van de Grundfos Multilift MD en MLD
opvoerinstallaties. Basis voor de regeling is het signaal dat con-
tinu wordt ontvangen van de piëzoresistieve, analoge niveausen-
sor.
De niveauregelaar schakelt de pompen van de Multilift MD en MLD
in en uit op basis van het vloeistofniveau dat door de niveausensor
wordt gemeten. Wanneer het eerste inschakelniveau is bereikt zal
de eerste pomp inschakelen, en wanneer het vloeistofniveau is
verlaagd tot aan het uitschakelniveau zal de pomp worden uitge-
schakeld door de regelaar. Als het vloeistofniveau stijgt tot aan het
tweede inschakelniveau zal de tweede pomp ook inschakelen, en
wanneer het vloeistofniveau is verlaagd tot aan het uitschakelni-
veau zullen de pompen worden uitgeschakeld door de regelaar.
De twee pompen schakelen afwisselend in.
In geval van pompstoring bij de ene pomp neemt de andere pomp
het over (automatische pompwisseling).
Een alarmmelding verschijnt bij hoog vloeistofniveau in de tank,
pompstoring etc.
Daarnaast heeft de niveauregelaar veel meer functies zoals hier-
onder beschreven.
Afb. 7 LC 221 niveauregelaar voor de Multilift MD en MLD
De LC 221 regelaar heeft de volgende functies:
•
aan/uit-regeling van twee afvalwaterpompen op basis van een
continu signaal van een piëzoresistieve niveausensor met wis-
selbedrijf en automatische omschakeling in geval van pomp-
storing
•
motorbeveiliging met stroomonderbreker en/of via stroomme-
ting alsmede aansluiting van thermische schakelaars
•
motorbeveiliging via beperking van de bedrijfstijd met daarop-
volgend noodbedrijf. Normale bedrijfstijden zijn max.
25 seconden (MD) en 55 seconden (MLD), en de bedrijfstijd
wordt beperkt tot drie minuten (zie paragraaf
van
storingsmeldingen, storingscode F011).
•
automatische testruns (2 seconden) tijdens lange periodes
van inactiviteit (24 uur na laatste handeling)
•
herinschakelvertraging van maximaal 45 seconden na
omschakeling van stroomonderbreking op netspanningsbedrijf
(dit resulteert in een gelijkmatige netbelasting wanneer meer-
dere toepassingen op hetzelfde moment worden ingescha-
keld)
6.4 Beschrijving
393