F
GB
D
INSTELLINGEN
Nadat de haakse instellingen zijn bijgesteld, kan het
■
nodig zijn om de schroef (d) van de aanwijzer (c) los te
draaien om deze weer goed op nul te zetten (afb. 14b).
HET ZAAGBLAD HAAKS AFSTELLEN TEN
OPZICHTE VAN DE DRAAISCHIJF (afb. 16 t/m 21)
Zet de zaagkop zo ver mogelijk omlaag en druk de
■
vergrendelpen (14) in om de zaagkop in de
transportstand vast te zetten (afb. 7).
Zet de hendel van de afschuinvergrendeling (16) los,
■
plaats de zaagkop op 0° en zet de hendel van de
afschuinvergrendeling weer vast (afb. 16).
Plaats een winkelhaak vlak (b) op de draaischijf (11),
■
tegen het zaagblad (a): Als het zaagblad en de
draaischijf niet haaks op elkaar staan, stelt u de hoek
als volgt in (afb. 17):
- Draai met behulp van een inbussleutel (a) de schroef
van de afschuinaanslag op 0° los die zich aan de
rechterkant van het zaagblad bevindt (afb. 18).
- Zorg ervoor dat het zaagblad (a) goed loodrecht ten
opzichte van de draaischijf (11) komt te staan en zet
daarna de hendel van de afschuinvergrendeling vast
(afb. 19).
Zet de schroef (a) van de afschuinaanslag op 0° weer
■
vast. Controleer met behulp van een winkelhaak tussen
de draaischijf en het zaagblad of de hoek wel 0° is.
Als de draaischijf en het zaagblad niet haaks op elkaar
staan, dient u opnieuw de schroef van de
afschuinaanslag op 0° bij te stellen (afb. 20). Zodra de
aanwijzer (b) goed is uitgelijnd met het merkteken dat
0° aangeeft, zet u de schroef (c) van de aanwijzer vast
(afb. 21).
45°-HOEK TUSSEN HET ZAAGBLAD EN DE
DRAAISCHIJF INSTELLEN (afb. 22 en 23)
Kantel de zaagkop op 45° (afb. 22).
■
Als de zaagkop op 45° is gekanteld, controleert u met
■
een 45°-winkelhaak of de hoek die wordt gevormd
tussen het zaagblad en de draaischijf wel 45° is.
Als dit niet het geval is, dient u schroef (a) van de
aanslag linksom bij te stellen totdat de hoek werkelijk
45° is (afb. 22 en 23).
ZAAGDIEPTE INSTELLEN (afb. 24 en 25)
Trek de stekker van de zaagmachine uit het
■
stopcontact.
NL
E
I
P
S
DK
N
FIN
Nederlands
Het zaagblad zal dieper in het werkstuk zagen als u
■
de instelschroef (27) van de zaagdiepte linksom
draait en minder diep als u de schroef rechtsom
draait.
Zet het zaagblad omlaag in de antisplinterplaat en
■
controleer dan of de zaagdiepte maximaal is.
VOORZICHTIG
Om eventueel gevaar voor lichamelijk letsel of
beschadiging van het apparaat te voorkomen,
dient u er voor te zorgen dat het zaagblad geen
enkel onderdeel van de draaischijf aanraakt
tijdens het afstellen van de zaagdiepte.
Stel de instellingen indien nodig verder bij.
■
Om te voorkomen dat de stelschroef (27) van de
■
diepteaanslag kan draaien, dient u de zeskantmoer
(a) stevig tegen de aanslag (13) vast te zetten.
VERSTEKVERGRENDELING AFSTELLEN
(afb. 26)
Na de zaag een bepaalde tijd te hebben gebruikt kan het
noodzakelijk zijn om de verstekvergrendeling opnieuw af
te stellen.
Draai met behulp van een inbussleutel de
■
blokkeerschroef los die zich onder de draaischijf-
vergrendelknop (9) bevindt (afb. 26a).
Draai de draaischijfvergrendelknop (9) rechtsom
■
totdat de draaischijf geheel geblokkeerd is (afb. 26b).
Zet de blokkeerschroef weer vast om deze nieuwe
■
instelling van de verstekvergrendeling te behouden
(afb. 26c).
BEDIENING
TOEPASSINGEN
Gebruik uw zaag uitsluitend voor de hieronder vermelde
toepassingen:
Afkorten van hout en plastic.
■
Verstekzagen van verbindingen enz. voor fotolijsten,
■
kroonlijsten, deurkozijnen en fijn timmerwerk.
Opmerking: Het bijgeleverde zaagblad voor
dwarsdraads zagen is geschikt voor de meeste
zaagwerkzaamheden in hout.
WAARSCHUWING
Zet uw verstekzaag, voordat u met zagen begint,
vast aan een werkbank met behulp van klemmen
of bouten. Gebruik uw verstekzaag nooit op de
grond of terwijl u op uw hurken zit. Zo beperkt u
de kans op ernstig lichamelijk letsel.
79
GR
H
CZ
RUS
RO
PL